is de naam van een plant met een dikken, kruipenden wortelstok en een onbehaarden, bladerlozen stengel, die bij den wortel de dikte heeft van een arm. De bloemen der papyrusplant groeien in een samengesteld bij scherm.
Zij groeit in ondiep water in rivieren en moerassen in Afrika, Syrië, Palestina en Sicilië, en is vooral merkwaardig, omdat de oude volken haar gebruikten voor vlechtwerk, schoenen, touw enz., doch vooral als schrijfmateriaal. Ons woord papier komt van papyrus.De papyrusplant groeide in de oudheid hoofdzakelijk in Egypte. De Egyptenaren maakten de vezellagen der halmen met een naald los, spreidden ze uit op een met lijm bestreken tafel en plakten een tweede laag dwars erover. Vervolgens werd de papyrus gedroogd en beschreven en wanneer men een lange geschiedenis te schrijven had, werden vele papyrusstroken aan elkaar gelijmd en om een houten stokje gerold. Dit zijn de bekende papyrusrollen, die men bij opgravingen heeft gevonden en waaruit men vele bizonderheden omtrent de oude geschiedenis te weten is gekomen. Zie verder: Hiëroglyphen.
