Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Nut

betekenis & definitie

’t Nut is de huiselijke naam van de „Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen”, gesticht door Jan Nieuwenhuyzen.

„Het Nut” ontstond in 1784 en stelde zich ten doel „naar de beginselen van den Christelijken godsdienst algemeen volksgeluk te bevorderen”. Men trachtte daarom „mee te werken tot verbetering van den verstandelijken, zedelijken en maatschappelijken toestand van het volk, bepaaldelijk door invloed uit te oefenen op de opvoeding en het onderwijs, de veredeling van volksbegrippen en de verheffing zowel van het arbeidsvermogen als van den levensstandaard”. ’t Nut wilde onafhankelijk van enige kerkelijke of staatkundige partij trachten dat doel te bereiken.

In al die jaren, van 1784 tot heden, heeft „het Nut” veel en goed werk verricht; deze vereniging was de eerste, die populaire, . ontwikkelende lectuur verspreidde tegen billijken prijs, ’t Nut drong op een goede onderwijswetgeving aan en bemoeide zich met het bewaarschoolwezen, met bibliotheken op het platteland en met het spaarbankwezen. Meisjes-vakonderwijs, een seminarium voor de paedagogiek, de moderne methoden bij het onderwijs aan volwassenen — het waren alle zaken, die het Nut ter hand nam. Het organiseerde cursussen voor huisvlijt en gaf een tijdschrift uit, dat gewijd was aan bet vraagstuk der volksontwikkeling voor alle leeftijden binnen en buiten de school. Ook organiseerde „het Nut” de ontwikkelingscursussen per radio.

Thans telt de maatschappij dertigduizend leden en als een bewijs, dat „het Nut” nog steeds waardering vindt, diene, dat het ledental sinds 1914 met 100% gestegen is.

„Het Nut” telde in 1926/27 in haar verschillende scholen en cursussen 14588 leerlingen.

De oude Nutslezingen bestaan nog slechts op het platteland, dikwijls in den vorm van korte cursussen; in de grotere steden hebben deze cursussen gevoerd tot de oprichting van volksuniversiteiten, die nu echter een geheel zelfstandig bestaan hebben; alleen te Eindhoven is de volksuniv ersiteit een Nutsinstelling.