Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Nijl

betekenis & definitie

De Nijl heeft, na de Mississippi, van alle rivieren op aarde het grootste stroomgebied. Onder een stroomgebied verstaan we het deel van een landoppervlakte, vanwaar het water, dat er op valt, naar één en dezelfde rivier afvloeit.

Ook is de Nijl een zeer lange rivier — de afstand van het Victoria Nyanza-meer, een van de drie bron-meren, tot de uitmonding in de Middellandse zee, is 5500 kilometer.Tot ver in de 19de eeuw waren de bronnen van den Nijl niet bekend. Eerst na 1860 kwam men tot de ontdekking, dat de grote waterrijkdom verklaard wordt door regelmatige, zware regens, die bijna het hele jaar om en bij den evenaar vallen, de zogenaamde aequatoriale regens.

Wanneer de Nijl uit de grote Nijlmeren, die niet vóór ’t jaar 1863 ontdekt zijn, treedt, heet hij Bahr-el-Dzjebel; eerst nadat hij nog een aantal zijrivieren heeft opgenomen, spreekt men van Witten Nijl. Bij Chartoem mondt in dien Witten Nijl de Blauwe Nijl uit, die uit het Tana-meer in N.W. Abessinië komt. Terwijl de Witte Nijl meer geregeld water aanvoert, verdampt de Blauwe Nijl op zijn hoog Abessinisch plateau inden voorzomer heel erg. Deze grote verdamping van water condenseert in de hogere luchtlagen en veroorzaakt hevige en plotselinge regens. Dan (van Juni tot begin September) wast de Blauwe Nijl sterk en veroorzaakt in Egypte de bekende overstromingen, die hun vruchtbaar slib in het Nijldal achterlaten. Dit slib is uit Abessinië afkomstig en heeft een rode kleur, die zich aan al het Nijlwater mededeelt.

Er is een groot verschil tussen den hoogsten en den laagsten waterstand van den Nijl, die bij Assoean vijftien meter bedraagt en bij Cairo ± 8 meter.

Stroomafwaarts van Wadi Halfa, is de rivier bevaarbaar; alleen bij Assoean versperren stroomversnellingen over een lengte van enige kilometers den waterweg.

Vroeger mondde de Nijl met een zevental armen in de Middellandse Zee uit. Sedert langen tijd zijn er nog maar twee over en sinds 1890 Verdeelt een reusachtig sluiswerk het water over die twee armen van Damietta en Rosetta. Uit die twee armen wordt dan het water weer door kanalen en kanaaltjes over de katoen- en rijst- en suikerrietvelden verspreid.

Zoals te begrijpen is, is als gevolg der erosie (zie aldaar) het Nijldal langzamerhand min of meer geëgaliseerd. De hevigheid en omvang der overstromingen namen daarmee af, zodat minder land bevloeid werd, terwijl juist de behoefte aan meer bouwland toenam. Om hierin te voorzien, hebben op enkele plaatsen in den Nijl, o.a. en vooral bij Assoean, Engelse ingenieurs enorme stuwdammen gebouwd, waarmee de waterstand min of meer kan worden beheerst.