Het uitgestrekte merengebied op de grens van Canada en de Verenigde Staten ligt niet in een plat vlak; het verschil in hoogte tussen de Westelijke meren is gering, maar ’t hoogteverschil tussen de beide Oostelijke is veel groter. De spiegel van het Eriemeer ligt 175 meter boven de zee, die van het ten Oosten daarvan gelegen Ontariomeer slechts 71 meter; een verschil van 104 meter dus.
De verbinding vormt de Niagara-rivier, 58 K.M. lang, waarin ongeveer halfweg de Niagara-waterval ligt. Een groot deel van het verschil in peil van 104 meter wordt vereffend door dezen 47 meter hogen waterval.
Daar de rivier vrij smal is, is de stroom zeer sterk, wat vlak boven den waterval nog verergerd wordt door het Geiteneiland, dat de rivier in twee delen splitst. Hierdoor wordt het water in deze zeer waterrijke rivier hoog opgestuwd; het valt met geweldige kracht naar beneden.
Juist die enorme watermassa’s zijn de oorzaak, dat de Niagara-waterval zulk een indrukwekkend schouwspel biedt.Westelijk van het Geiteneiland, aan de Canadese grens, liggen de Horse-shoe Falls (Hoefijzer-watervallen), zo genoemd, omdat de rand, waarover het water naar beneden stort, den vorm van een hoefijzer heeft. Oostelijk liggen de American Falls.
De laatste hebben een breedte van ruim 300 meter, de eerste daarentegen zijn bijna een kilometer breed en voeren ruim 9/10 van al het water af.
Jaarlijks kruipt de waterval ongeveer een meter achteruit. Ze stort namelijk van een kalksteenlaag op zachte lei- en zandsteenlagen; deze schuren uit, zodat de kalksteenlaag er hoven geregeld afbrokkelt.
Dit jaarlijkse achteruitkruipen van de Niagara heeft men gebruikt om den tijd te berekenen, verlopen sedert den ijstijd (begin van ’t afsmelten van ’t landijs).
De waterval wordt door toeristen druk, al te druk, bezocht. Lelijke hotels, reclamebureaux en andere gelegenheden, waar de toerist zijn geld aan allerlei rommel kwijt kan, verhogen het natuurschoon niet.
Met een boot kan men tot onder den Hoefijzer-val komen, ja men kan tussen den val en den rotswand doorlopen.
Twee spoorbruggen en een hangbrug voor toeristen verbinden de beide oevers van de rivier bij den waterval.
Verder worden boven aan den waterval grote hoeveelheden water in twee tunnels afgetapt om turbines in beweging te brengen, die electriciteit opwekken.
Naast de rivier de Niagara ligt tussen het Erie- en 't Ontariomeer een kanaal voor de scheepvaart, dat niet minder dan 26 sluizen telt. Er moet dan ook een hoogte-verschil van 104 meter overwonnen worden.