Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Napoleon

betekenis & definitie

Onder de grote figuren, die in de laatste eeuwen op het wereldtoneel het meest op den voorgrond getreden zijn, bekleedt Napoleon Bonaparte een belangrijke plaats.

Hij stamde uit een adellijk, maar verarmd geslacht en werd in 1769 in Ajaccio op Corsica geboren in een groot, onaanzienlijk huis in een smal straatje, dat nog bestaat. In den gevel is een steen gemetseld ter herinnering.

Zijn vader stierf op jeugdigen leeftijd en daar zijn oudere broer Joseph geen krachtige persoonlijkheid was, trad hij al spoedig als hoofd der familie op en zorgde op voortreffelijke wijze voor haar, hetgeen hij zijn gehele leven heeft voortgezet.

Corsica was in 1768 door de republiek Genua aan Frankrijk afgestaan en het ideaal zijner jeugd was dit eiland tot een onafhankelijken staat te maken, waartoe hij in zijn jongelingsjaren tot tweemaal een poging heeft gedaan; hij bereikte slechts, dat aan de inwoners dezelfde rechten werden toegekend, als aan die der andere Franse provincies.

Door zijn familie voor den militairen dienst bestemd, kwam hij in 1779 op de kadettenschool te Brienne (Zuid-Frankrijk) en later (1784) op de hogere militaire school te Parijs, waar hij zich door zijn stug en trots karakter weinig vrienden maakte en vooral bij zijn minder intelligente, maar hoog-adellijke medescholieren weinig gezien was, wegens zijn grote leergierigheid en begaafdheid. In 1785 werd hij luitenant der artillerie, met het sombere vooruitzicht het nimmer verder te zullen brengen dan tot kapitein, daar hij tot den lageren adel behoorde en de hoofdofficiersrangen uitsluitend door den hogen adel werden bekleed. Het is dan ook in dezen tijd, dat hij zich aan het hoofd stelt van de Corsicaanse onafhankelijkheidsbeweging, die door gebrek aan aanhang op niets uitliep.

Van dit ogenblik af gevoelt hij zich niet meer Corsicaan, maar wendt hij zijn eerzuchtige blikken op Frankrijk. Natuurlijk was hij in dit land uit het leger verwijderd en liep hij als opstandeling een niet denkbeeldig gevaar, maar hij wist zich in de club der Jacobijnen vrienden te maken en kreeg, na een periode van bittere armoede, in 1793 de eerste gelegenheid zijn talenten te ontplooien. Toulon was door de Royalisten aan de Engelsen overgegeven en het was Napoleon, die opdracht kreeg deze stad te heroveren, omdat, naar men zegt, er niemand anders bij de hand was en een der machthebbers over dien werkeloos rondlopenden artillerist gunstig had horen spreken. Hij kweet zich van die opdracht op voortreffelijke wijze en vestigde daardoor de aandacht op zijn grote veldheerstalenten. Bij dit beleg zou zich iets hebben voorgedaan, dat hem zijn leven lang heugen zou. Tijdens het bombardement was hij er getuige van, dat een kanonnier achter een stuk geschut werd neergeschoten en onmiddellijk nam hij, volgens dit verhaal, de lont over, om de beschieting voort te zetten. Deze soldaat leed aan een besmettelijke huidziekte, die zich op hem overplantte en waardoor zijn rechterarm steeds slap gebleven is; vandaar zijn geliefkoosde houding met de rechterhand tussen de knopen van zijn vest — naar men zegt.

Met den val der Jacobijnen in 1794 geraakte hij echter wederom op den achtergrond. In dezen tijd kwam hij in kennis met Joséphine de Beauharnais, weduwe van een generaal, die een mislukten veldtocht met zijp hoofd had moeten betalen, tevens vriendin van Barras, het latere lid van het Directoire. Deze kennismaking leidde tot ’n huwelijk (1796), waarin zich Napoleon voor zijn beide stiefkinderen Hortense en Eugènel een goed vader getoond heeft.

Deze laatste heeft als een der beste generaals onder hem gediend en was een groot bewonderaar van zijn stiefvader. Toen in 1795 de Conventie door de Royalisten bedreigd werd, trad Napoleon weder op den voorgrónd — en nu voorgoed. Barras droeg hem op het oproer te onderdrukken, wat hij den 5den October tamelijk hardhandig deed. Barras, zijn grote bekwaamheden erkennend, nam hem op in het Directoire, dat van 27 October 1795 tot 9 November 1799 de regering van Frankrijk vormde. Intussen had Frankrijk met Pruisen en Spanje vrede gesloten en nu werd Napoleon belast met het opperbevel van het leger in Italië, om in den oorlog tegen Oostenrijk en Sardinië de zege te bevechten. Daar hij zich in het Directoire geducht deed gelden, zag Barras hem niet ongaarne uit Parijs vertrekken met de ondankbare taak het slechtste en meest ontevreden leger te organiseren.

In Italië aangekomen, verbaasde de 27jarige opperbevelhebber zowel zijn medeals zijn tegenstanders door zijn militair genie; in twee veldtochten (1796—1797) dwingt hij Oostenrijk, Sardinië, den Kerkelijken Staat, Parma, Modena en Toscane tot den vrede en houdt hij zijn. triomfantelijken intocht in Milaan. Hij stichtte een aantal vazal-republieken, een systeem, dat hij ook elders heeft doorgevoerd. Het leger verafgoodde hem en reeds m Italië legde hij den grondslag tot de militaire organisatie der heirscharen, die hem overal zouden volgen, die meer aan zijn persoon dan aan wien ook verknocht waren.

In Parijs teruggekeerd, .zon hij op een middel om Engelands macht te fnuiken, door eerst Egypte en daarna Indië te veroveren en in 1798 stak hij met zijn leger naar Egypte over. De onderneming zelf mislukte, maar de grootsheid van het plan werkte sterk op de verbeeldingskracht der Fransen en zijn populariteit steeg nog.

In Egypte toonde hij voor het eerst zijn grote talenten als wetgever; het bestuur, de rechtspraak en de financiën werden verbeterd en daarmede werd de grond gelegd voor de opleving van Egypte in de volgende eeuw.

In 1799 werd Frankrijk, als in 1792, weder van alle kanten aangevallen door Engeland, Rusland, Oostenrijk, Turkije en Napels; en ten einde raad riep het Directoire Napoleon terug. Als door een wonder gelukte het hem, door de Engelse vloot, die de Middellandse Zee bewaakte, heen te glippen. Te Parijs teruggekeerd, vond Napoleon den buitenlandsen toestand al reeds verbeterd, maar de binnenlandse was zeer ongunstig. Door corruptie en het drijven der Royalisten had het Directoire uitgediend, iedereen verlangde naar rust en orde en hoopte, dat Napoleon die brengen zou. De Parijse bevolking, die zich toch bij vroegere gelegenheden niet onbetuigd gelaten had, zag het rustig aan, dat het Directoire werd omver geworpen en het Consulaat ingesteld. Heel merkwaardig in dezen staatsgreep is, dat Napoleon bij zijn toespraak tot den Raad der Vijfhonderd zijn zelfbeheersing geheel verloor, toen hij zich de woorden „buiten de wet!” hoorde toeroepen, de woorden, die Robespierre ook voor zijn val gehoord had.

Hevig ontdaan, voelde hij zich de leiding ontglippen, tot zijn broeder Lucien, voorzitter van den Raad, naar buiten snelde en den grenadiers, die de wacht hadden, toeriep, dat hun generaal, „de kleine korporaal”, in gevaar verkeerde. Deze hebben toen met de bajonet den Raad uiteengejaagd. Deze Lucien was de enige begaafde onder Napoleons broeders, die zich dan ook niet door hem liet bedillen en die in zijn leven verder geen rol van belang heeft gespeeld, tot hij tijdens de regering der Honderd Dagen (20 Maart— 22 Juni 1815) hem weder kwam bijstaan.

Als Eerste Consul was het nu Napoleons doel allereerst vrede te sluiten met het buitenland, opdat Frankrijk zich zou kunnen herstellen. Na de welgeslaagde veldtochten van 1800 en 1801 kon hij den vrede van Lunéville sluiten, waarmede de vrede op het vasteland verzekerd werd. Voorts doet hij een tweeden stap om het Franse volk voor zich te winnen, n.l. hij sluit een Concordaat met Paus Pius VII, waardoor de R.K. kerk als Staatskerk hersteld werd. Tenslotte sluit hij in 1802 den langgewensten vrede met Engeland, te Amiens.

In het volgende en enige vredesjaar zijner regering, wijdt hij zich geheel aan het herzien van het binnenlands bestuur en doet hij enkele wetboeken samenstellen, welke soms ongeveer honderd jaar in enkele, toen door Frankrijk bezette, landen van Europa zijn blijven bestaan. Ook bracht hij de hoognodige orde in de financiën. Zijn werkkracht was enorm groot en men zegt, dat hij zijn secretarissen tot wanhoop bracht door gehele dagen en hele nachten achtereen te dicteren, steeds op en neer lopend, met de rechterhand in zijn vest.

Na een jaar (1803) kwam echter Frankrijk, welks invloedssfeer zich nu over Holland, Rijnland en Noord-Italië uitstrekte, toch weer in oorlog met Engeland, dat niet kon dulden, dat de monden van Rijn, Maas en Schelde in het bezit van een grote mogendheid waren. Deze strijd (eigenlijk reeds in 1701 begonnen) eindigde in 1814. , Daar Engeland op zee oppermachtig was, vooral na het vernietigen der Franse vloot bij Trafalgar (1805), zocht het bondgenoten op het vasteland en was dan ook bereid de partij te helpen, die tegenover Frankrijk stond.

Inmiddels had Napoleon zich in 1804 (2 December) tot Keizer der Fransen doen uitroepen. Dan komt ’t in 1805 weder tot een oorlog met Oostenrijk over het bezit van Italië en Rusland; Oostenrijk wordt echter verslagen en Napoleons invloed in West-Duitsland wordt zeer versterkt. Daardoor gevoelt Pruisen zich weder bedreigd, mengt zich in den oorlog, wordt bij Jena (1806) verslagen en ontvangt bij Tilsit de vredesvoorwaarden, door Napoleon gedicteerd. Daarna keerde deze naar Parijs terug, waar men naar vrede begon te verlangen. Hijzelf wilde niets liever, maar eerst moest hij Engeland de baas worden, wat op militair gebied onmogelijk was.

Napoleon wilde dus proberen Engeland economisch ten val te brengen, n.l. door het Continentale stelsel, waardoor alle kusten en havens, waar Frankrijk iets te zeggen had, voor Engeland gesloten zouden blijven. Scandinavië, Rusland en Spanje waren echter nog onafhankelijk; toch had Napoleon reeds te Tilsit met Rusland een afspraak gemaakt. Frankrijks politiek moet dus van nu af gericht zijn op het beheersen van alle zeekusten in Europa en die politiek heeft Napoleon doorgezet ten koste van de welvaart van Frankrijk en de vazalstaten, ten koste van zijn eigen populariteit en ten koste van duizenden mensenlevens, — en aan die politiek is hij ten slotte ten onder gegaan.

Tot het bereiken van zijn doel, sluit hij in 1807 een verdrag met Denemarken en in 1809 met Zweden, dat door een Fransen maarschalk Bernadotte, oud-generaal onder Napoleon, geregeerd werd. Oostenrijk probeert in 1809 zich weer te verzetten, doch wordt bij Wagram verslagen.

Napoleon beheerste dus inderdaad een groot deel der Europese kusten, maar overal ontstond een zo uitgebreide smokkelhandel, dat hij zijn doel toch niet bereikte. Verder bereidde Spanje hem grote moeilijkheden. Weliswaar had hij in 1808 Spanje in naam veroverd en zijn broeder Joseph op den troon gezet, maar het gehele volk kwam in opstand en voerde de guerilla (oorlog in het klein) met een hardnekkigheid, die noodlottig voor hem zou worden. Natuurlijk werd de Spaanse opstand door Engeland krachtig gesteund.

Vervolgens kwamen er ook moeilijkheden met Rusland, dat weigerde tot het Continentale stelsel mede te werken. Ook was Napoleon gebelgd, omdat de Czaar hem de hand zijner zuster Anna Paulowna geweigerd had. Het huwelijk van Napoleon met Josephine bleef namelijk kinderloos en hij wenste echtscheiding om een prinses van vorstelijken huize te kunnen huwen. Door toedoen van Metternich trouwde hij in 1810 met de Aartshertogin Maria-Louise, dochter van den Keizer van Oostenrijk, die hem een zoon schonk, welke den titel kreeg van Koning van Rome.

Toen nu in 1811 bleek, dat zonder Rusland het Continentale stelsel niets uitwerkte, ontwierp Napoleon het plan ook dit rijk te onderwerpen; hij verklaarde het den oorlog. In dezen oorlog, waarvan het noodlottig verloop algemeen bekend is, begon Napoleons zichtbare nederlaag. Onder enorme verliezen had de terugtocht plaats, in 1812 sloot Pruisen zich bij Rusland aan, in 1813 volgde Oostenrijk. Bij Leipzig werd Napoleon ten tweeden male verslagen, hij moest naar Parijs terugtrekken, doch verdedigde zich op dien terugtocht in Noord-Oost-Frankrijk op een wijze, zijn genie waardig. Van alle zijden drongen de vijandelijke legers Frankrijk binnen en in Maart 1813 moest Napoleon te Fontainebleau afstand doen van den troon. De volken herademden, de Bourbons werden op den Fransen troon hersteld, het Weener Congres werd bijeengeroepen om Europa’s zaken te regelen en Napoleon, wien Elba als onafhankelijk bezit was toegewezen, zette zich met zijn werkzamen geest onmiddellijk aan het hervormen van het bestuur en de wetgeving van dat eilandje.

Maar weldra wordt het hem daar te benauwd en midden onder het geharrewar en de hoffeesten van het Congres, verneemt men te Weenen het bericht in Februari 1815: Napoleon is ontvlucht, bij Cannes geland, naar Parijs opgerukt en heeft den troon opnieuw beklommen. De regering der Honderd Dagen had een aanvang genomen. Op zijn tocht naar Parijs werd hij overal met gejuich ontvangen, alle regimenten Hepen naar hem over, ook generaal Ney, „le Brave des braves”, die door Lodewijk XVIII aan het hoofd van een leger geplaatst was om hem den doortocht te beletten. Lodewijk XVIII nam de vlucht.

Onmiddellijk verklaarde Napoleon, dat hij zich van nu af aan met de oude grenzen van Frankrijk tevreden zou stellen, doch de Mogendheden wilden daar niet van weten. Hij trok toen met een leger te velde, doch werd bij Waterloo door de Engelsen onder Wellington en de Pruisen onder Blücher verslagen. In Parijs teruggekeerd, biedt hij aan afstand te doen ten behoeve van zijn zoon. Tevergeefs. Hij wil naar Amerika vluchten, doch vindt de Franse havens door de Engelsen geblokkeerd. Ten slotte moet hij zich aan de Engelsen Overgeven, die hem met het schip de „Bellerophon” naar St. Helena brachten, dat als verbanningsoord veiliger geacht werd dan Elba.

Hier leefde hij nog zes jaren in doorlopenden twist met den Engelsen gouverneur Hudson Lowe en stierf in 1821. Aar, zijn wens, in Frankrijk begraven te worden, werd eerst in 1840, onder de regering van Louis-Philippe, gevolg gegeven.

In een prachtige graftombe in de Dôme des Invalides te Parijs wordt zijn stoffelijk overschot bewaard en nog 'heden ten dage nadert een ieder dit indrukwekkende graf en leest in diepe ontroering: „Je désire que „mes cendres reposent aux bords de la Seine „au milieu de ce peuple français que j'ai „tant aimé.” Zelfbegoocheling? Het is mogelijk; — zeker is, dat die liefde het Franse volk bloed en tranen heeft gekost, terwijl Napoleon ten slotte een buitenlander was, die zelfs met de Franse grammaire op gespannen voet stond.

Napoleons nakomelingen. Zijn zoon, koning van Rome, is in 1814 met zijn moeder naar Oostenrijk gegaan en heeft zijn vader nooit weergezien. Hij (de Aiglon, het „adelaarsjong”) stierf in 1832.

Napoleons neef, een zoon van Lodewijk, koning van Holland, die nu de „opvolger” werd, de latere Napoleon III, die van 1808 —1873 leefde, kent ieder uit de geschiedboeken. Deze heeft in 1832 tevergeefs getracht in Frankrijk een rol te spelen, in 1848, toen hij lid van de Franse Nationale Vergadering werd, met meer succes. Hij werd later president der republiek.

Op 2 December 1851 ging hij tot een staatsgreep over en deed zich bij volksstemming verkiezen tot president voor den tijd van tien jaar, onder den titel „prince-président”. Een jaar later, ook op 2 December, deed hij zich tot Keizer der Fransen uitroepen en dit eveneens later door een plebisciet bevestigen. Zijn verdere loopbaan kennen jullie uit de geschiedenis. De hoofdpunten zijn de vrede van Parijs (1856), zijn Italiaanse politiek, die niet het algemene vertrouwen genoot, en zijn deelneming in het Mexicaanse avontuur, dat eindigde met den dood van den „Keizer van Mexico”.

Ook in de binnenlandse politiek miste hij vaste lijn: hij was noch rechts noch links. Ten slotte kostte hem de oorlog met Duitsland in 1870 zijn troon. Hij moest zich 2 Sept. 1870 bij Sedan overgeven en werd op Wilhelmshöhe gevangen gezet. Na den vrede ging hij naar Londen, waar hij in 1873 stierf.

Zijn zoon Louis, een bekwame jongen, trad in Engelsen dienst en sneuvelde in 1879 tegen de Zoeloes in Zuid-Afrika.

Hiermede was de tak van Lodewijk Napoleon uitgestorven en werd de zoon van Jéróme, den jongsten broeder van Napoleon I, Koning van Westfalen, troon-pretendent, n.l. Napoléon Jéróme (1820—1904). Diens zoon Victor Napoleon (kleinzoon van Victor Emmanuel, Koning van Italië), geboren in 1862, stierf in 1926 en liet als erfgenaam achter zijn zoon Louis-Jerôme, den tegenwoordigen pretendent.