(1800— 1891) heeft in Duitsland Bismarcks politiek militair ten uitvoer gebracht.
Hoewel hij van afkomst een Deen was, trad hij reeds in 1822 in Pruisischen dienst.
Van 1835 tot 1840 heeft hij voor den Sultan van Turkije diens leger en vestingwerken gemoderniseerd. Reeds toen traden zijn grote bekwaamheden aan het licht.
In Pruisischen dienst teruggekeerd, werd hij al in 1848 chef van den Generalen Staf, hetgeen hij veertig jaar lang bleef.
Zowel in den Deensen veldtocht van 1864 en den Duits-Oostenrijksen oorlog van 1866 als in den Frans-Duitsen oorlog van 1870— ’71 heeft hij de operaties voorbereid en geleid. Steeds weer toonde hij zich een bekwaam veldheer, wat niet verhinderde, dat hij in botsing kwam met Bismarck, die uit politiek oogpunt zijn optreden wel eens wat te kras vond.
Hoewel von Moltke lid van den Rijksdag was, heeft hij zich nooit bij voorkeur met de politiek bemoeid. Hij was militair in hart en nieren. Verschillende militair-technische werken zijn van zijn hand verschenen. Bij zijn dood in 1891 verloor Duitsland den man, aan wien ’t naast Bismarck ’n groot deel van zijn macht had te danken.