of staatkunde is de kunst van het bestuur der gemeenschap; de kunst van het mogelijke in het staatsbestuur, heeft een geestig Fransman gezegd. Hieruit volgt, dat de politiek niet theoretische staatswetenschap is doch in de praktijk toegepaste staatswetenschap.
Het beleid van de besturen van staat, provincie en gemeente en al datgene, wat op de richting of strekking van dat beleid invloed heeft, behoort tot het politieke terrein.In de eerste plaats zijn het de burgers, die invloed hebben op dat beleid en dien invloed oefenen zij niet direct uit — dat zou tot een geweldige verwarring leiden — doch via de politieke partijen. De burgers zijn over het geheel aangesloten bij de partijen, wier politieke beginselen het meest overeenkomen met de eigen beginselen. En door op de candidaten dier partijen te stemmen, oefenen zij dus indirect invloed op de ontwikkeling der politiek.
Het brandpunt van de politiek in Nederland ligt natuurlijk in Den Haag, waar de Regering en de Staten-Generaal zetelen. Hier wordt door alle partijen in ons land via hunne vertegenwoordigers, bij de beraadslagingen over de staatszaken getracht zoveel mogelijk invloed uit te oefenen, om eigen inzicht te doen zegevieren of althans minstens te doen gelden. Bij deze ontmoeting tussen het inzicht der regering en dat der volksvertegenwoordiging worden dus de richtlijnen van ’s lands politiek vastgesteld. (Zie ook: Staten-Generaal).
Het regeringsbeleid, voor zover dat zich bezighoudt met de binnenlandse aangelegenheden van den staat, wordt binnenlandse politiek genoemd. Buitenlandse politiek is het beleid van den staat naar buiten, d.w.z. tegenover andere mogendheden. Koloniale politiek is het staatsbeleid, dat wordt gevolgd in alle zaken, die de verworven koloniën betreffen of de verkrijging van koloniën ten doel hebben.
Nederland telt op het ogenblik verscheidene politieke partijen, die dus alle bij de beoordeling van de landsbelangen van een verschillend gezichtspunt uitgaan. Onder die partijen zijn er echter maar een 6-tal, die overwegenden invloed uitoefenen en samen meer dan 85% van de leden der Tweede Kamer omvatten.
