Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Madrid

betekenis & definitie

Ongeveer in het middelpunt van Spanje, waar nu de stad Madrid ligt, lag in het midden der 10de eeuw de Moorse vesting Matschrut (Magerit). Deze werd in 1083 veroverd door Alfonso VI, die o.a. de moskee deed veranderen in de kerk van Nuestra Senora de la Almadena.

In 1329 vergaderde in Madrid reeds een concilie (klein) en in 1560 vestigde Philips II er zijn zetel, ofschoon hij meestal in het Escuriaal (40 K.M. ten N.W. van Madrid) verblijf hield.Tot in de 18e eeuw was de stad echter van weinig betekenis, eerst onder de Bourbons (Philips V, die in 1700 den troon besteeg) werden de nauwe straten opgeruimd en kreeg de stad haar tegenwoordig aanzien.

Het centrum van het leven en het verkeer der stad is gelegen op en om het plein Puerta del Sol (Zonnepoort) genaamd, waar de verschillende hoofdstraten samenkomen. De voornaamste winkelstraat is de Calle Mayor (Hoofdstraat). Het middelpunt van Madrid is gelegen op de Plaza Mayor (Hoofdplein), ontstaan in het begin der 17e eeuw. Vele jaren lang was dit plein het toneel van stierengevechten, autoda-fe's, tournooien en schavotstraffen.

Madrid telt ongeveer 800.000 inwoners en ligt op een barre, dorre hoogvlakte, die steil naar de Manzanares afdaalt. Het hoogteverschil is ± 80 meter. Het oudste deel der stad ligt aan den rand van dit ravijn.

Het klimaat van Madrid is zeer onaangenaam, ’s winters guur en 's zomers heet; de omgeving is onvruchtbaar en kaal, natuurlijke verkeerswegen zijn er niet. Men zou kunnen vragen, hoe het mogelijk is, dat hier de hoofdstad ontstaan is van een rijk, waarin de zon niet onderging. Het antwoord hierop is enigszins verrassend. Men vertelt namelijk, dat, toen Philips II aan de regering kwam (1555), er verschil van mening onder zijn raadslieden ontstond, waar hij zijn hoofdstad zou vestigen. Philips zeide alleen maar: „in het middelpunt van Spanje”. Hij nam een lineaal, trok op de kaart een lijn van het Noord-westpunt naar het Zuidoostelijke punt, toen van den Noordoosthoek naar het Zuidwestelijke punt (van Spanje, zonder Portugal) en sprak, wijzend op het kruispunt dezer lijnen: „Hier komt mijn hoofdstad.” Daar lag Madrid en zonder dit ingrijpen van Philips II zou Madrid waarschijnlijk het onbeduidende provincieplaatsje gebleven zijn, dat het in ± 1555 was. Of dit verhaal juist is, kan natuurlijk niemand met zekerheid zeggen, doch het is wèl zeker, dat er te dien tijde verscheidene, heel wat belangrijker steden in Spanje waren, als Sevilla, Toledo, Granada enz., die naar onze begrippen heel wat eerder voor hoofdstad in aanmerking gekomen zouden zijn.

Het behoeft geen betoog, dat alles, wat wij hier van Madrid vertellen, gold voor den tijd, toen nog niet de onzalige broederoorlog heel Spanje aan den rand van ondergang bracht. Ook Madrid, door beide partijen in den burgeroorlog fel omstreden, is door het oorlogsgeweld zwaar geteisterd en grotendeels in een giganteske ruïne herschapen.