Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Leeuwenhoek

betekenis & definitie

Een zeer bekend Nederlands natuurvorser, wiens naam tot ver over onze. grenzen bekend is geworden, was Anthonius van Leeuwenhoek (1632—1723). Hij was een zoon uit een aanzienlijk Delfts geslacht, studeerde eerst in de rechten en werd reeds op zijn zestiende jaar boekhouder en kassier op een handelskantoor te Amsterdam.

Hij hield dit droge werk echter niet lang uit. Het onderzoeken van alles, wat leeft, het zelf naspeuren van de wetten, die het leven beheersen, was zijn grootste liefde.Hoewel hij in deze studie geen vooropleiding had genoten, nam hij in 1654 afscheid van Amsterdam en vestigde zich weer te Delft, om zich geheel aan zijn geliefkoosde studie, de microscopische anatomie (ontleedkunde) te wijden. Zelf maakte hij zijn microscopen, wel een tweehonderd stuks, die, hoewel natuurlijk in vergelijking met de geperfectionneerde instrumenten van tegenwoordig, zwaar en plomp, hem in staat stelden dingen te zien, waarvan vóór hem niemand zelfs vermoed had, dat ze bestonden.
Hoe groot was de verbazing en bewondering van onzen van Leeuwenhoek, toen hij leven ontdekte in een waterdruppel.
Ook zijn de ontdekking van de bloedlichaampjes en die van de dwarse strepen der willekeurige spieren aan hem vooral te danken.
Gedurende 39 jaren was van Leeuwenhoek werkzaam als kamerbewaarder der heren Schepenen te Delft: een kalm baantje, waarvan hij veel tijd overhield voor zijn onderzoekingen.
Zijn werken verschenen in 7 delen onder den titel: „Sendbrieven, ontledingen en ontdekkingen, ondervindingen en beschouwingen” (1685—1718).

< >