is het Christelijke feest bij uitnemendheid, dat op 25 December in de hele Christelijke wereld wordt gevierd en waarbij de geboorte van Jezus wordt herdacht.
In heel vroege tijden, de eerste eeuwen van het Christendom, werd het geboortefeest van Jezus gevierd op 6 Januari. Later is het verplaatst naar 23 December, volgens sommigen in verband met den Romeinsen kalender, waarin deze dag den naam droeg van „den dag van den onoverwonnen zonnegod”.
Voor het eerst werd het Kerstfeest op 25 December gevierd te Rome in 354; in Armenië viert men Jezus’ geboortedag nog altijd op 6 Januari.
Ook de oude Germanen hadden op 25 December hun feest: zij jubelden dan over den terugkeer van hun zonnegod Balder — zie: Germ. mythologie —, die door Loki in de onderwereld was gevangen gehouden. Vrij zeker zijn nog enkele oud-Germaanse gebruiken, als b.v. het geven van geschenken met Kerstmis, het versieren van het huis met hulst en maretak (mistletoe) en misschien zelfs wel de Kerstboom uit dat oude feest overgebleven.
Zoals je weet, wordt in ieder land het Kerstfeest verschillend gevierd. Het is misschien wel interessant voor je, als we hier een en ander over die verschillende gebruiken laten volgen.
In Engeland is Kerstmis de tijd van pakjes en geschenken, net als bij ons Sinterklaas. In sommige buurten trekken kinderen onder het zingen van Kerstliederen van huis tot huis, om giften in te zamelen. Op Kerstmis eet ieder Engels gezin, dat het maar eventjes doen kan, gebraden kalkoen en plumpudding, die vaak brandende wordt binnengebracht. Lees in dit verband maar eens het bekende „Kerstlied in proza” (A Christmas Carol) van Charles Dickens.
Duitsland is h e t land van de Kerstbomen: geen huis, of er branden lichtjes aan een denneboom. In sommige streken worden ook de huizen met twijgen en takken versierd. Overal zingen de kinderen de mooie, oude Kerstliederen en altijd vinden ze bij het binnentreden van de versierde, naar dennegroen geurende kamer hun geschenken onder den boom.
In Frankrijk zouden we wel vreemd staan kijken, als we daar eens een Kerstmis doorbrachten: misschien zouden we ’t niet gezellig vinden. In tegenstelling met het huiselijke Engelse Kerstfeest is het Franse wel erg onhuiselijk. Kerstbomen zie je in Frankrijk bijna niet; ze zijn bovendien zo duur, dat alleen welgestelde mensen een boompje kunnen kopen. In de grote restaurants te Parijs is het buitengewoon druk met Kerstmis. Dan worden daar uitgebreide diners gegeven — bijna niemand viert Kerstmis thuis —en daarna blijft men tot 12 uur bijeen, om op tijd te zijn voor de nachtmis.
Ook in de Verenigde Staten wordt Kerstfeest gevierd en daar zie je nu weer juist erg veel bomen, niet alleen in de huizen, maar ook op straten en pleinen; de regering zorgt daar zelfs voor.
Het kerstmannetje, dat bij ons maar een ondergeschikte plaats inneemt en dat alleen als versiering in de winkels prijkt, is in Amerika beroemd en zeer geliefd. Hij brengt in een groten zak de geschenken, net als hier Sinterklaas en wordt dan ook vaak Santa Claus genoemd.
In Noorwegen wordt ook gezellig Kerstmis gevierd. Behalve de onmisbare Kerstboom speelt hier ook het open houtvuur een grote rol. In den Jule-tijd (een naam, die herinnert aan het oude Joelfeest) zijn zware kersthoutblokken te koop. Wat in Engeland de plumpudding is, is in Noorwegen de „Julgroed”, een heerlijk soort rijstebrij, die met room inplaats van melk wordt bereid en waarin ook fijngewreven amandelen worden verwerkt. Eén amandel blijft heel, wie deze treft, krijgt een extra geschenk van „Julens genius”, den Kerstman.
Maar het allergezelligste land om Kerstmis te vieren is misschien nog wel Denemarken. Daar wordt reeds vier weken van tevoren het feest aangekondigd door feestelijk, getooide straten. Guirlandes van dennegroen worden kruiselings over de straten gehangen, in alle winkels hangt hulst en dennegroen, waartussen electrische lampjes stralen. Bij ieder Kerstgeschenk wordt een klein kaboutertje ingepakt, het „Nissemannetje”, met een witten baard en rood pakje en puntmuts, gemaakt van rode wol en witte watten. Op de balcons, aan de vensters en in de bomen worden met Kerstmis bundeltjes korenaren gehangen voor de mussen en andere vogels.
Intussen voelt ieder Christen deze kerstmisviering als een surrogaat van de ware, die moet zijn een feest van den godsdienstigen mens. Voor hem is en blijft ’t de tijd van gebed en vroomheid, geestelijke verdieping.