Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Hout

betekenis & definitie

Wat zou de wereld zijn zonder hout. We kunnen ons dat nauwelijks voorstellen.

Natuurlijk zou de mens zich ook dan weten te redden; trouwens voor de meeste producten, waar hout in of aan verwerkt is, heeft men thans reeds een vervanger, waar geen hout in zit.Denk maar aan de stalen meubelen die de houten zouden kunnen vervangen, aan ijzeren dwarsliggers voor de spoorstaven, inplaats van houten; aan benzine-sigarettenaanstekers inplaats van den lucifer! Zoek zelf nog maar een paar voorbeelden, ze zijn er te over. Maar is het niet een tekenend verschijnsel, dat de mens toch nog altijd liever hout heeft?
Vroeger, heel lang geleden, bedekten de houtgewassen nog ’n veel groter gedeelte van de wereld dan tegenwoordig. Op vele plaatsen heeft de mens de gewassen weggekapt, zonder er nieuwe voor in de plaats te zetten. Soms was dat ook niet nodig, maar er zijn helaas maar al te veel streken in de wereld aan te wijzen, waar het roekeloze houtkappen funeste gevolgen heeft gehad.
Vele landen, vooral in Europa, kunnen tegenwoordig niet zelf in hun behoefte aan hout voorzien; dit moet uit andere delen der wereld aangevoerd worden. Vooral Canada, Rusland, Zweden en Finland zijn de houtleveranciers bij uitnemendheid. Grote uitgestrektheden’ van deze landen zijn met zware, prachtige bossen bedekt. Wij zullen eens even naar Zweden en Finland trekken, om te zien, hoe daar de bossen geëxploiteerd worden.
In Zweden is meer dan de helft van ’t land met bossen bedekt. In het Noordelijk deel van het land komen alleen naaldbomen en berken voor; hoe Zuidelijker men komt, hoe meer loofhout men er tussen vindt, tot dit laatste verre overheerst.
Nu kapt men deze bossen maar niet roekeloos; niets daarvan. In vele gevallen is men verplicht op de vrijgekomen plaats weer nieuwe jonge bomen aan te planten en vele heidevelden en moerassen worden voor den bosbouw geschikt gemaakt.
Waarom men in Zweden zo zorgt voor een juiste exploitatie van de bossen? Wel, hout is het eerste uitvoerproduct, honderden millioenen kronen per jaar brengt het op, duizenden handen vinden werk in het houtbedrijf, niet alleen van hen, die kappen, maar ook de talloze, die het hout de rivieren afsturen, de vele rappe handen, die in de zagerijen nodig zijn, de honderden, die werk vinden in de lucifersfabrieken en vooral niet te vergeten allen, dia een betrekking hebben op dat grote deel van de Zweedse handelsvloot, dat het hout naar ’t buitenland vervoert.
De winter is de tijd van den houtkap. In het bos is het dan één en al leven, overal klinkt het geluid van de zaag, met de hand of machinaal gedreven, of van de bijl. Over de sneeuw, soms met lange kettingen, die door een machine worden ingerold, maar ook nog vaak eenvoudig met menselijke kracht, worden de gevallen woudreuzen naar de rivieren gesleept.
Zodra in het voorjaar de rivier ontdooit, worden de balken, tot vlotten samengebonden, maar ook vaak los, in de rivier geworpen. De rivier voert het hout dan naar de houthavens en de houtzagerijen, die beneden, meestal dicht bij den mond van de rivier, liggen.
Nu gaat dat transport over de rivier maar niet zo eenvoudig, als jullie denken; want als de rivier veel bochten heeft, komt telkens de hele boel vast te zitten en, evengoed als drijfijs zich opstapelt en gevaar kan opleveren, is dit ook met hout het geval.
Bij sommige rivieren heeft men dan ook al te scherpe bochten moeten verbeteren en langs de oevers geleidemuren moeten bouwen. Rotsen, die in de rivier lagen, heeft men laten springen, want hout, dat herhaaldelijk stoot, zal barsten en scheuren gaan vertonen.
Langs cataracten en watervallen — zie ook: Cataract — heeft men aparte houtgoten gebouwd; het hout wordt dan uit de rivier opgevangen en met haken in die goten geduwd, waarlangs het naar beneden glijdt, om daar weer in het water te plassen.
Weer andere rivieren bevatten te weinig water. Dan legt men er stuwen in, opdat er voldoende water staat, om den houtafvoer mogelijk te maken. Jullie zien dus, dat er nog al wat te doen is, om een rivier geschikt te maken voor houttransport en er is nog veel meer: watermolens en bruggen moet men beschermen, opdat ze door het steeds ertegen aan botsende hout niet zullen instorten. Daar waar een rivier zeer breed is, wordt vaak de stroomsnelheid te gering, om een goed verloop van het houttransport mogelijk te maken; daar versmalt men dan de bedding.
Natuurlijk staan dag en nacht bijna overal langs de rivier arbeiders op post, om te voorkomen, dat het hout vastraakt. Door de vele verbeteringen, die men aan de rivieren heeft aangebracht, lukt het thans meestal het hout in één zomer beneden te krijgen, vroeger duurde dat zeker twee of drie zomers!
Vervoer per trein van het hout zou een keer of negen, tien zoveel kosten, als thans het geval is.
Behalve de lucifersfabricage neemt natuurlijk ook de papierindustrie in Zweden een grote plaats in. Jullie weten toch, dat heel veel papier — denk b.v. aan het courantenpapier — uit hout wordt gemaakt?
In Finland is nog meer bos dan in Zweden, hier wordt echter voor den houtafvoer ook nog al eens gebruik gemaakt van smalspoorwegen, evenals dat in Canada het geval is.
Veel van het hout, dat in Nederland wordt aangevoerd, wordt langs de Zaan verwerkt; daar zijn de grote zagerijen en schaverijen, daar betrekt de Nederlandse huizenbouwer zijn hout vandaan. Vele edele houtsoorten worden uit Oost-Europa, uit de Balkanlanden aangevoerd, denk maar eens aan het Slavonisch eiken.
Het hout, dat in de Nederlandse mijnen voor stutten in de mijngangen gebruikt wordt, komt voor 70% uit het buitenland en voor 30% uit ons eigen land. 7% van het houtgebruik van Nederland betreft mijnhout.
In Nederland zijn maar enkele papierfabrieken, die hout verwerken; één ervan ligt aan het Noordzeekanaal en het hout kan daar direct van het zeeschip op het fabrieksterrein gelost worden. Als je per spoor van Haarlem naar Uitgeest gaat, kom je vlak bij het kanaal langs de fantastisch hoge houtstapels, waartussen het electrische trammetje, dat voor den aanvoer van het „lager” naar de fabriek zorgt, geheel verdwijnt.
Bijna al het papierhout komt van sparren, slechts 6% van populieren.
Hiermee wil ik dit praatje over hout eindigen; onder verschillende onderwerpen in deze Encyclopedie zul je er nog meer over kunnen vinden, zo vertelde ik onder „Bosnegers” al het één en ander van de houtexploitatie in onze West.