vormen een hoofdafdeling in de dierenwereld. Het zijn die dieren, welke zich van andere dieren onderscheiden, doordat hun lichaam duidelijk waarneembaar in segmenten is verdeeld, evenals de poten en andere aanhangsels.
Verder bezitten deze dieren een z.g. bouwladderzenuwstelsel: de buikzenuwstreng, die door het hele lichaam heenloopt, is opgebouwd uit twee strengen, waarin de zenuwknopen bij paren liggen. In elk segment ligt ’n dwarsverbinding der knopen.De gelede dieren hebben geen inwendig geraamte. De huid, die met een chitine-laag bedekt is, doet als uitwendig geraamte dienst — zie: Chitine. Hieruit volgt vanzelf, dat de huid van tijd tot tijd wordt afgeworpen, als het dier groeit. De gelede dieren worden verdeeld in vier hoofdgroepen: insecten, duizendpootachtigen (de op blz. 730 afgebeelde millioenpoot is wel een duizendpootachtige, doch behoort tot een andere orde dan de eigenlijke duizendpoot), spinachtigen en schaaldieren. De eerste drie ademen door luchtbuizen, de laatste door kieuwen. Bij de schaaldieren is het chitinepantser heel hard, vandaar hun naam.