Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Eerstgeboorterecht

betekenis & definitie

Je hebt allen weleens gelezen of tenminste gehoord van Ezau, den oudsten zoon van den aartsvader Izaak, die, zoals de Bijbel vertelt, zijn eerstgeboorterecht aan zijn broer Jacob verkocht voor een schotel linzenmoes, toen hij eens uitgeput van de jacht terugkwam en door een hevigen honger gekweld werd. Jacob maakte van Ezau’s uitputting misbruik om hem zijn eerstgeboorterecht afhandig te maken.

Zo’n eerstgeboorterecht moet dus erg veel waard zijn geweest. Ja, dat was het ook.

Bij de oude Israëlieten bestond de regel, dat de eerstgeborene der zonen de voornaamste was. Hij erfde de bezittingen van den vader en zijn geslacht behield ook later steeds den voorrang boven dat van de jongere broers.In het moderne burgerlijke erfrecht is in het algemeen geen sprake meer van eerstgeboorterecht: alle kinderen krijgen een gelijk deel van de erfenis van den vader; alleen in enkele landen speelt bij het erfrecht het eerstgeboorterecht nog een grote rol.

Daar kan de oudste zoon nog steeds den titel en de landgoederen erven, terwijl de andere kinderen hun erfenis, die ook veelal geringer is, in geld krijgen. (Zie ook: Majoraat).

Ook in vorstenhuizen is het eerstgeboorterecht van grote waarde — denk maar aan de troonopvolging.