(Maximiliaan de Hennin, graaf van Bossu) was een edelman uit de Zuidelijke Nederlanden, die door Landvoogdes Margaretha was aangesteld als Stadhouder over Holland, Zeeland en Utrecht, nadat Prins Willem I uitgeweken was.
Toen de Watergeuzen in April 1572 Den Briel hadden ingenomen, deed Bossu een poging, om de stad weer voor den koning van Spanje te hernemen. Deze poging mislukte, doordat de befaamde timmerman Rochus Meeuweszoon een sluisje doorhakte, waardoor de omgeving van de vesting den Briel onder water kwam te staan.
Uit wraak richtte toen Bossu op zijn terugtocht in Rotterdam, dat hem eerst den doortocht had geweigerd, maar later onder bepaalde voorwaarden had toegestaan, een bloedbad aan.
In 1573 werd hij door de Watergeuzen onder leiding van Cornelis Dirksz., Burgemeester van Monnikendam, in den slag op de Zuiderzee verslagen en gevangen genomen.
Jan Haring was de held van dezen slag; hij haalde de vlag van het Spaanse admiraalsschip af, maar stierf in dezen slag.
Toen Bossu weer in vrijheid was gesteld, ging hij in dienst der opstandelingen over, maar kort daarop stierf hij (1379).