Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Borneo

betekenis & definitie

Van Borneo — het landschap, de bergen, de rivieren — weten jullie natuurlijk het een en ander, doch van de bevolking in het binnenland kunnen we hier nog wel iets vertellen, wat je waarschijnlijk niet weet.

De bevolking noemen wij Dajaks, een Maleis woord, dat „binnenlander” betekent. Zij zelf noemen zich naar de rivier, waaraan ze wonen.

Heel vaak woont een stam samen in één nederzetting. Het voornaamste middel van bestaan is de landbouw en wel vooral de rijstbouw. Om rijst te verbouwen, brandt men eerst een stuk bos af; men laat de grote boomstronken staan en zaait de rijstkorrels in de as van ’t bos, tussen de boomstronken in dus.

Men kan hetzelfde stuk een paar jaren gebruiken, maar moet dan naar een ander veld omzien. Zijn alle terreinen in de omgeving van een dorp gebruikt, dan gaat men het hele dorp verplaatsen.

Men breekt de huizen af en neemt het kostbaarste materiaal mee. De verlaten akkers worden niet meer met bos bedekt, maar slechts met grassen en struiken en de bodem wordt nooit meer zo vruchtbaar, als ze eens geweest is.

Aan bevloeiïng van de rijstvelden doet men helemaal niet en de opbrengst is dus betrekkelijk gering. Bij de Kajans, een van de belangrijkste Dajakstammen, heeft ieder zijn eigen rijstveld.

Ook gaan de Dajaks vaak op jacht, waarbij ze gebruik maken van het blaasroer. Dit is een holle buis, ruim een meter lang, die men in den mond steekt — aan het andere einde heeft men er een kleine pijl ingestopt. Men richt het roer nu op het wild, dat men wil schieten en blaast krachtig. De pijl schiet er dan met grote snelheid uit.

Ook de visvangst is in Borneo van grote betekenis, daar de rivieren er veel vis bevatten. Soms werpt men giftige planten in de rivier, waardoor de vissen bedwelmd worden en aan de oppervlakte komen.

De godsdienst der Dajaks is het animisme. Hieronder verstaat men het geloof, dat in alle voorwerpen een ziel zit, een geest, die den mensen goed of kwaad gezind is.

Ook het koppensnellen, dat bij deze stammen voorkomt, komt uit dit geloof voort.

Geen jongen zal een meisje durven vragen, vóór hij minstens één kop gesneld heeft.

In het hoofd van den mens zit de ziel, denken de Dajaks. Ze snellen nu minstens één hoofd, en liefst meer, om die ziel van den ander machtig te worden. Aan den gesnelden kop wordt nu een grote kracht toegeschreven, die niet alleen den sneller in velerlei opzicht zal baten, doch die ook den gehelen stam ten goede kan komen en daarom worden deze koppen met groten eerbied behandeld en zorgvuldig bewaard.

Dit koppensnellen neemt vaak grote afmetingen aan, omdat de verwanten van den gesnelde den plicht van bloedwraak hebben. Zij moeten dus den koppensneller zoeken en hem doden. Lukt dit, dan heeft diens familie weer den plicht van bloedwraak enz. Tenslotte koopt men de bloedwraak meestal af, terwijl een zeer eigenaardige manier om de bloedwraak te voorkomen de volgende is: de sneller eet een heel klein stukje van zijn slachtoffer op, men gelooft, dat daarmee een deel van de ziel van het slachtoffer opgegeten wordt. De familie zal nu de bloedwraak niet willen uitoefenen, omdat men dan die opgegeten ziel van de eigen voorvader zou doden. (Zie ook onder: Bloedwraak).

Het Hollandse gezag heeft het koppensnellen verboden en menigmaal zal nu de bestuurs-ambtenaar in gevallen, waarin vroeger onherroepelijk de bloedwraak werd toegepast, bemiddelend optreden en door een afkoopsom de partijen verzoenen.