was een godheid uit de Noorse mythologie, de zoon van Odin (Wodan) en Frigg of Frigga. Hij was de lieveling van goden en mensen en werd daarom gehaat door Loki, den bozen vijand der goden.
De mythe vertelt, dat Balder eens door bange dromen van naderend onheil gekweld werd en dat zijn moeder Frigga daarom den bode Gna uitzond op een paard, dat het water en de lucht doorkliefde, om aan alles wat bestond: vuur, water, delfstoffen en metalen, aarde, dieren en planten, ziekten en vergiften den eed af te nemen, dat zij Balder geen leed zouden doen.Gna deed dit, doch vond het niet de moeite waard een klein boompje mistletoe (marentak) den eed af te nemen. Dit vernam Loki, die nu den blinden god Hödr een takje hiervan gaf en hem verzocht, een pijl daarvan te maken en dien op Balder af te schieten, waarop deze dodelijk gewond werd. Nadat de lijken van Balder en zijn jonge gemalin Nanna, die van droefheid gestorven was, waren verbrand, werd de bode Hermodr uitgezonden om Hela, de heerseres van de onderwereld, te smeken, Balder en Nanna aan de diepbedroefde Asen terug te geven. Hela beloofde hierin toe te stemmen, mits alles wat op aarde was, het levenloze zowel als het levende, over Balder zou wenen. De Asen zonden daarop boden uit naar alle delen der aarde en weldra stortte alles bittere tranen behalve... een reuzin, die ergens in een hol zat en die niet tot wenen te bewegen was. De Asen begrepen nu, dat dit Loki was, die hierdoor Balders terugkeer verijdelde.
Balder moest nu in het dodenrijk blijven tot de godenschemering (wereldondergang). Dan stijgt hij met Nanna opwaarts om een nieuw Asgard te stichten.
(Zie ook: Asen).