Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Babel of Babylon

betekenis & definitie

was de hoofdstad van Babylonië, een der oudste kultuurstaten, waarvan ons nadere bijzonderheden bekend geworden zijn. Babel (Bab llu) betekent „Poort Gods”.

Het was een der oudste en prachtigste steden der Oude Wereld, die aan beide oevers van den Euphraat lag en den vorm van een vierhoek had, waarvan elke zijde 22 k.m. lang was (volgens Herodotus). Een 70 m. hoge en 18 m. dikke muur, waar 250 hoge torens boven uitstaken, ontgaf de stad.

Honderd geweldige metalen poorten gaven toegang tot de binnenwijken. Behalve door dezen buitenmuur werd de stad nog door een midden- en een binnenmuur beveiligd.

Een prachtige brug verbond de beide oevers van den Euphraat. De koningsburcht in het centrum der stad was eveneens door drie muren omgeven.

In de nabijheid van dezen burcht lag in het Oostelijke gedeelte der stad de beroemde Toren van Babel, 192 meter hoog, die onder de zeven wonderen der wereld gerekend werd. Het was een tempel van den Zonnegod Bel (of Mardoek).

Op een massief onderstuk verhieven zich terrasvormig zeven torens, de een boven den ander, steeds kleiner wordend, aan de zeven planeten gewijd en gehouden in de kleuren der planeten. In de bovenste verdieping, het allerheiligste, bevond zich een gouden tafel en een rustbed voor de godheid.

Een priesteres waakte hier ’s nachts. Volgens Diodorus gebruikten de priesters dit hoge punt ook als sterrenwacht.

Een wenteltrap voerde van den onderbouw aan de buitenzijde om de zeven torens naar de bovenste verdieping.De huizen der stad waren van baksteen opgetrokken en hadden drie of vier verdiepingen. Men schat het aantal bewoners gedurende den bloeitijd op twee à drie millioen.

Als stichter der stad wordt Belos genoemd. Maar eerst Nabopolassar en diens zoon Nebukadnezar verhieven stad en rijk tot het toppunt van glans gedurende de tweede bloeiperiode van Babylonië (600— 550 v. Chr.).

De oudste bewoners van het land, de Soemeriërs en Akkadiërs, werden ± 3800 jaar v. Chr. door Semiotische volksstammen onderworpen. Als oudste leider van het volk wordt genoemd de god Eridoe of Oannes, een geheimzinnig wezen, half mens, half vis. „Hij leerde de mensen huizen bouwen, den akkerbouw en de wiskunde en gaf hun wetten,” vertelt de geschiedschrijver Berosus, de tijdgenoot van Alexander den Grote. Aan Hammoerabi gelukte het, de heerschappij over geheel Mesopotamië te bemachtigen (± 2200 v. Chr.). Hij is de grote wetgever van het Eerste Babylonische rijk. In de 15de eeuw vóór Christus ontstond naijver tussen Babylon en het tot macht gekomen Ninevé, de hoofdstad vanAssyrië, aan den Tigris, welke naijver tot bloedige oorlogen voerde en met den ondergang van het Babylonische rijk eindigde. Tot 606 v. Chr. bleef Babylon onder Assyrische heerschappij, tot Nabopolassar zijn volk bevrijdde en daarop Ninevé veroverde. Toen volgde er een kort tijdperk van bloei, weelde en macht, de schitterende regeringsperiode van Nebukadnezar, waarvan ook de profeet Daniël melding maakt. Naar buiten breidde de koning zijn macht uit door de omliggende volkeren te onderwerpen en de opdringende Egyptenaren terug te slaan, waarbij hij tevens het rijk Juda, dat met de Egyptenaren een verbond gesloten had, vernietigde, Jeruzalem verwoestte en de Joden naar Babylon in gevangenschap wegvoerde. Binnenslands was zijn streven gericht op de verfraaiing van zijn residentie en de bevestiging van zijn macht.

Maar reeds kort na zijn dood (561 v. Chr.) begon het verval. De grote weelde had het volk van zijn kracht en energie beroofd. Drie opvolgers van Nebukadnezar, allen even zwak en onbekwaam, vielen door moordenaarshand. De laatste koning van Babylon was Nabonedus. In 538 v. Chr. belegerde de beroemde koning der Perzen, Cyrus, de stad. Volgens de beste gegevens, die ons momenteel ten dienste staan, oefende deze Nabonedus toen om ons onbekende redenen praktisch de regering niet meer uit, maar was in zijn plaats zijn zoon Belsazar regent.

Op dezen veroverden dan ook de Perzen onder Cyrus Babel en de profeet Daniël vertelt ons, dat deze koning in den moordnacht — onbewust van het dreigend gevaar — een grote zwelgpartij hield, waarbij hij de uit den tempel te Jeruzalem geroofde, aan Jehova gewijde vaten ontheiligde. Toen verscheen er aan den wand in vurige letters de volgende waarschuwing: Mene, mene, tekel, upharsin. Geen van de aanwezige Babylonische profeten en magiërs kon het ontcijferen, tot Daniël, de profeet van Jehova, geroepen werd. Deze verklaarde het schrift aldus: Geteld zijn de dagen van uw koninkrijk! Gewogen zijt gij en te licht bevonden! Verdeeld is uw rijk en aan de Meden en Perzen gegeven! (Dan. 5).

Onze kennis betreffende Babylon berust niet slechts op de Bijbelse geschriften; bij de opgravingen in dit oeroude kultuurcentrum werden ook tal van documenten gevonden, die ons niet slechts omtrent de historische gebeurtenissen, maar zelfs over het dagelijks leven en de gebruiken der Babyloniërs nauwkeurig onderrichten. Deze documenten bestaan uit platte, gebrande kleiplaatjes, waarop in het eigenaardige schrift der Babyloniërs en Assyriërs, het z.g. spijkerschrift, de wetenswaardigheden opgetekend zijn. Na ontzaglijk veel moeite zijn de taalgeleerden er in geslaagd, dit schrift te ontcijferen, en nu kennen wij niet alleen de namen en daden der koningen, maar nu zijn wij zelfs in het bezit van huishoudboekjes van Babylonische dames, van prijslijsten van modeartikelen en recepten voor het maken van parfums. Voor de aardigheid geven wij hierbij enige schrifttekens en hun betekenis, en dan begrijp je ook, waarom men dit schrift „spijkerschrift” noemt.

< >