De bekende naam voor den Amsterdamsen dierentuin, eigenlijk een afkorting van „Natura Artis Magistra”, den volledigen naam, dien men boven den ingang van „Artis” kan zien prijken.
„Natura Artis Magistra” is een Latijnse uitdrukking, die betekent: de natuur is de leermeesteres van de kunst. Het Koninklijk Zoölogisch Genootschap, dat dien naam draagt, wordt bij verkorting altijd „Artis” genoemd, hoewel het misschien beter zou zijn onzen Amsterdamsen dierentuin „Natura” te noemen, want op de natuur en niet op de kunst komt het daar juist aan!
Doch „Artis” is nu eenmaal de naam geworden en „Artis” zal het wel altijd blijven, zolang „Artis” blijft bestaan en wij met dankbaarheid van deze prachtige instelling zullen kunnen genieten.
In 1838 is te Amsterdam onder leiding van den boekhandelaar G. F. Westerman opgericht de „Sociëteit” „Natura Artis Magistra”, die ten doel had de bevordering van de kennis der Natuurlijke Historie en wel door het bijeenbrengen van een verzameling levende dieren en door het aanleggen van een museum van opgezette voorwerpen uit het dierenrijk, zoals het in de oude, desbetreffende stukken luidt. De buitenplaats Middenhof aan de Plantage Middenlaan werd daartoe aangekocht en hieruit heeft zich „Artis” ontwikkeld.
De heer Westerman is tot zijn dood in 1890 de ziel geweest van het genootschap, dat zich zo populair heeft weten te maken en dat algemeen gerekend wordt te behoren tot de beste op dit gebied in de hele wereld.
In 1882 werd door het genootschap opgericht het Aquarium, dat tot ver over onze grenzen beroemd is en bovendien bezit „Artis” een groot zoölogisch museum.
Voor beoefenaars van wetenschap en kunst en ook voor alle dierenliefhebbers is „Artis” gedurende de vele jaren van zijn bestaan een onuitputtelijke bron van studie en genot geweest.
Na den heer Westerman is als directeur van Artis opgetreden d r. C. Kerbert, die na zijn overlijden in 1927 werd opgevolgd door dr. A. L. J. Sunier.