Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Vier

betekenis & definitie

VIER. Dit getal vooral was bij PYTHAGORAS heilig. De Pythagoreeërs noemden, gelijk PLUTARCHUS (in libro de Iside et Osiride) zegt, de Tetractys, of het heilige viertal, hetwelk het getal zes en dertig is, de wereld, dewijl dit zamengesteld is uit het getal 4 en 4 onevene getallen. 4*9 geven namelijk het getal 36, evenzeer zoo men de ongelijke getallen 1, 3, 5 en 7 met de gelijke 2, 4, 6 en 8 op de volgende wijze te zamen rekent:

1
3
5
7
16
2
4
6
8
16
20
16 + 20 =36.

Op de muren van het Vatikaan te Rome, waar zich de beroemde schilderij van RAPHAëL bevindt, voorstellende de Atheensche school, is PYTHAGORAS afgebeeld, hebbende een bord voor zich, dat door een zijner leerlingen wordt ondersteund, en met meer andere opmerkelijke karakters naast en rekening.

Deze rekening, zegt zeker Br MILANÈS, die ze mededeelt, is juist. Zij moet, naar mij dunkt, gewigtige dingen beteekenen, en behoort te leeren; de geheimenissen der getallen, niet zoo zeer te versmaden.

In het Gentleman's Magaz. Vol. XLIV. (1774)p. III, vindt men het volgende, nopens de mystieke beteekenis van het viertal van PYTHAGORAS.

Voor PYTHAGORAS was het viertal (quaternion) de bron der onsterfelijkheid, en werd daarbij de eed gedaan (Ik zweer bij hem, die het heilige viertal, de bron der eeuwige natuur in onze zielen heeft overgeplant). Daar hij nu een der grootste wijsgeeren en geleerden zijns tijds was, zoo kan ik niet gelooven, dat hij bij het getal vier zou hebben gezworen, zonder dat eenige geheime zin daarin verborgen lage. Om de geheimenissen van dat getal te ontdekken, moet men er daarom op letten, dat PYTHAGORAS vele gedeelten der wereld heeft doorreisd, om kundigheden op te doen; en men mag veronderstellen, dat hij op elke plaats met de voortreffelijkste geleerden kennis zal hebben gemaakt. Daar nu het gesprek met zulke mannen natuurlijkerwijze op diepzinnige en verheven onderwerpen moest vallen, zoo kan het niet missen, of zij moesten ook over hunne goden spreken, waarbij PYTHAGORAS dan spoedig merkte, dat geen van hen geloofde aan de wezens, welke gewoonlijk voor goden werden gehouden. Allen stemden veeleer overeen in de meening, dat er, hoezeer zij onderscheidene goden hadden, slechts een eenige hoogste god, gewoonlijk Jupiter genoemd, moest bestaan, aan wien zij onderscheidene goddelijke eigenschappen toekenden, als: alwetenheid, alomtegenwoordigheid, enz. (Jupiter est quodcunque vides, quodcunque moveris, enz.) Dit alles nu paste bij het begrip van een' waren God, dat een man als PYTHAGORAS, zich moest hebben gevormd.

Hoe kwam hij er echter toe, dien God Tetractys (het getal vier) te noemen? Het is zeer waarschijnlijk, dat hij op zijne reizen ergens met een' Israëlietisch geleerde in kennis moet zijn gekomen. Daar nu zulke mannen vaak over verhevene en gewigtige onderwerpen zullen hebben gesproken, b.v. over den oorsprong van alle dingen, over de natuur der goden, enz. Zoo vond de Rabbijn daarin aanleiding, hem te zeggen: dat de Israëlieten slechts een eenigen God, den schepper van alle dingen, in den hemel en op de aarde erkenden, en dat Deze den eersten mensch uit een' klomp aarde (of the dust of the grouwd) gevormd, en hem den levensadem had ingeblazen, waardoor hij een levend wezen (a living soul), en de oorsprong van het geheele menschengeslacht was geworden. Deze gezegden van den Rabbijn moesten PYTHAGORAS zóó verstandig voorkomen, en zóó wel overeenstemmen met zijne leer van de onsterfelijkheid der ziel, aan den mensch door God geschonken, dat hij zich gedrongen gevoelde, naar den naam van dezen hunnen God te vragen, waarop hem ten antwoord moest worden gegeven, dat de naam van dien eenigen God uit vier letters bestond, en in hunne taal Jehova (’mn) heette. PYTHAGORAS moest zich dien ten gevolge volkomen overtuigen, dat die God der Joden de door allen erkende eenige, hoogste God was, terwijl hij het nogtans gepast kan hebben geacht, van dien nieuwen naam van het Hoogste Wezen, aan alle overige volkeren der aarde onbekend, geen gebruik te maken, waarom hij den naam Jehovah verborg onder het woord Tetractys, de God van vier letters.

Daaruit ontstond de meer gewone naam van gelijke beteekenis Tetragrammaton, in plaats van Jehova.

In PRICHARD's Masonry dissected vindt men de volgende vragen en antwoorden.

72. Hoe vele grondbeginsels (principles) bestaan in de V. M.?

Vier.

73. Welke zijn dat?

Punt, lijn, vlak en ligchaam (solid).

74. Verklaar ze?

Het punt is het centrum, om hetwelk de Meester rondom niet dwalen kan. De lijn is lengte zonder breedte, het vlak is breedte en lengte, en het ligchaam bevat het geheel.

75. Hoe vele hoofdteekens (principle-signs) zijn er?

Vier.

76. Welke zijn dat?

Guttural, Pectoral, Manual en Pedestal.

77. Verklaar die?

Gutturalbeteekent de keel, Pectoral de borst, Manual de hand, en Pedestal den voet.

In BROWNE's Master-key vindt men voor de drie laatste dingen eene toepassing op de vier hoofddeugden in de godleer (divinity), matigheid, geestkracht (fortitude), wijsheid en regtvaardigheid. Zie ook VIERHOEK.