Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Henckel van Donnersmark. (Wilhelm Lodewijk Victor)

betekenis & definitie

HENCKEL VAN DONNERSMARK. (WILHELM LODEWIJK VICTOR Graaf van) Een der beroemdste Vrijmetselaren des tegenwoordigen tijds, is de zoon van den in 1793 overleden Koninklijken Pruisischen Luitenant-Generaal, VICTOR AMADEUS, Graaf HENCKEL VAN DONNERSMARK. Den loopbaan zijns vaders volgende, trad hij reeds vroeg in de krijgsdienst. Door zijne vroegtijdige militaire betrekking werd hij ook vroeg in het Vrjmetselaarsverbond opgenomen, en wel op den 5den April 1791, in de Loge de drie Kroonen, te Koningsbergen. In het jaar 1794 werd hij te Insterburg als medgezel, en in het volgende jaar te Berlijn in de Loge de Bestendigheid tot Meester bevorderd. In den jare 1811 werd hij tot Reg.

Meester verkozen, en rigtte in 1812 eene, naar het systema der Gr. Nat. Moeder-Loge de drie Wereldbollen arbeidende Veld-Loge op, waarin echter niet geregeld konde gearbeid worden. Ook vestigde hij, den 10den Junij 1816, de Loge Frederik Willem (met het ijzeren kruis), in het systema der Groote Lands Loge van Duitschland, en verplaatste dezelve, driejaren daarna, naar Torgau, met behoud van den naam en met toestemming der overheden. In 1821 rigtte hij te Delitsch eene Loge op, onder den naam: Victor (met den gouden hamer), die naar dezelfde leerwijze arbeidde. Daar het echter niet mogelijk was, om, na het vertrek des oprigters, goede opvolgers als Achtb.

Meesters dezer Loges te kunnen vinden, zoo gingen dezelve kort na elkander weder te niet. In het jaar 1838 werd de Br. Graaf HENCKEL VAN DONNERSMARK, na den dood van den H. E. Br. PALONIE, Lands-Grootmeester van de Groote Lands-Loge der Vrijmetselaren van Duitschland, te Berlijn, welke betrekking hij nog in 1843, met waardigheid bekleedde, en in welkjaar, zijnde hij toen reeds vijftig jaren V.: M.:, een gedenkpenning is geslagen.

< >