Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Chartres

betekenis & definitie

CHARTRES. (Hertog van) In het jaar 1771, p s werd genoemden Hertog het Grootmeesterschap der Orde van VV MM aangeboden, hetwelk hij ook op raad van den Hertog van Luxemburg aannam, en hetwelk op den 24sten Julij deszelfden jaars, door een proces-verbaal, aan al de LL van Parijs en der overige Provinciën werd bekend gemaakt, waardoor aan dit G O eene nieuwe constitutie en nieuwe wetten werden gegeven, die echter zeer tegen den zin der Broeders waren. Er werd eene deputatie van vier Broederen Officieren benoemd, om hem nieuwe en andere stukken voor te leggen, doch hij weigerde dezelve te ontvangen. Sedert dien tijd ontstonden er twee partijen onder de Broederen. De Groote Loge was de eenige regelmatige en wettige instelling des rijks. Het Groot-Oosten was dus gevormd door eene oproerige scheuring, beschermd door den Hertog van Chartres en door de hovelingen van LODEWIJK XVI; deze vormden het Corps Officieren van Eer, en behielden het evenwigt als scheurmakers, tegen de overige Broeders.

Eene reis door den Hertog en de Hertogin van Chartres, door de zuidelijke Provinciën des rijks in 1776 gedaan, was van grooten invloed voor het Groot-Oosten. De Loges beijverden zich, om ter hunner eer prachtige feesten te geven, die de vorstelijke personen behaagden.Na den dood van den toen regerenden Grootm ALEXANDER LOUIS ROETTIERS DE MONTALEAU, had de Hertog van Chartres zich in het Groot-Oosten, op den 13den Mei 1793, niet verkiesbaar gesteld voor den titel van Grootmeester en gedeputeerd Grootmeester, en keerde hij tot de Orde als gewoon Broeder terug.

< >