Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Gepubliceerd op 11-08-2020

Integraal

betekenis & definitie

(< Lat. iniegralis; < integer = geheel). Leibniz(1646—1716) beschouwde de oppervlakte van de figuur, begrensd door de kromme y = f(x), de coördinaatassen en een willekeurige eindordinaat, als som van oneindig veel oneindig smalle rechthoeken; hij st elde die som door een letter ƒ (lange vorm van de s) en noemde de rekenwijze, waardoor ze bepaald werd, een calculus summatorius (sommeer-rekening).

Nadat was ingezien, dat f(x) de afgeleide functie van ƒ {x) is, noemde Joh. Bernoulli (1667—1748) ƒ (x) de functio integra, f(x) de functio derivata, terwijl hij het woord calculus integralis invoerde; het woord integralis komt ook reeds bij Jac. Bernoulli (1654—1705) voor. Wij gebruiken thans het aan Leibniz ontleende teken ƒ en spreken met Bernoulli van integraalrekening.