Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

licht

betekenis & definitie

De eed bij Gods licht ‘bij de zon die God geschapen heeft’ vindt men terug in de verbastering gans lichters, waarin sommigen de betekenis zoeken van ‘Gods longen’, anderen die van ‘bliksem’ en weer anderen die van ‘Gods gewijde kandelaren’. Ik volg nu verder De Baere (1940:150-151) op de voet: “Lichter is ongetwijfeld de meervoudsvorm van licht.

En wat nu de beteekenis van den eed betreft, hij wordt duidelijk door de bepaling ‘dat daer scijnt’, maar vooral door het Fransche origineel dat luidt par le soleil qui ci luist. Met dat licht wordt dus wel de zon bedoeld, het lichtgevend lichaam bij uitstek, zoodat we hier te doen hebben met een eed, misschien zelfs een ‘gekerstende’ eed bij de zon. Tegelijk kan men daarbij aan de andere lichtgevende scheppingen Gods, de maan en de sterren, hebben gedacht, wat den vorm lichter zou verklaren. Daarbij komt nu nog, dat het woord lichter in de 17de eeuw ook nog steeds zon beteekende.

Gods licht werd dus gans lichters! Veel afwisseling biedt deze uitroep overigens niet: hij vertoont enkel zekere spellingvarianten: gans, gants of gantsch lichters of ligters en luidt een enkele maal gans lichten.” Lichter is meervoud en kan dus ook slaan op maan en sterren.