In ik mag gehangen worden als het niet waar is!; ik laat me hangen als... en in je mag me hangen! ontmoeten wij drie oorspronkelijke eedformules. Later werden zij dankzij het meinedig gedrag van de mens, als uitroep van verontwaardiging en uiteindelijk als vloek gebruikt.
Inez van Eijk (1978: 80) kent de verwensing Lieveling, ik wou datje aan een touwtje hing! in de betekenis van ‘ik kan je missen als kiespijn, donder maar op’. Sanders en Tempelaars (1998) geven nog het verwensingsvers hang je zeven dagen lang, aan een touwtje in de gang! en Mullebrouck (1984) geeft voor Vlaanderen ze moesten u aan de hoogste boom in het bos hangen! Deze twee laatste verwensingen geven eveneens aan dat de verwenste de verwenser zo onverschillig laat, dat hij net zo goed dood kan zijn.
Dat geldt ook voor de eveneens bij Mullebrouck gevonden verwensing hang u met uw kloten aan een nagel!, waarbij de letterlijke betekenis van nagel ‘metalen spijker met smalle kop’ is. Uit dezelfde bron is afkomstig hang uw smoel aan de kapstok! Ook hier is de betekenis niet veel anders dan ‘rot op, ik wil je gezicht niet meer zien’.
En de verwensing hang eraan en zwier voor niets! is eveneens alleen in Vlaanderen bekend. Eraan verwijst waarschijnlijk naar de galg. zie ophangen.
