Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

schrik

betekenis & definitie

- schril(hebben (van), bang zijn (voor)

Drie vierden van de Jordaniërs die recentelijk ondervraagd werden door zijn Centrum voor Strategische Studies zegden dat ze schrik hebben hun regering openlijkte bekritiseren. - DS, 17-03-2003.

- een schrik van geld, heel veel geld

zie pakken.