Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

naam

betekenis & definitie

(de, namen)

- het heeft geen naam, het is ongehoord, het is schandalig.
- zijn naam zetten onder, ondertekenen, tekenen.
- zijn naam kunnen zetten, kunnen schrijven.- met name, in België vaak: namelijk, onder andere [in Nederland: voornamelijk, in het bijzonder]

Een paar dagen geleden las ik dat alle manuscripten, brieven, tekeningen en tabaksdozen van onze volksschrijver Louis-Paul Boon nu eindelijk zijn samengebracht in één enkel museum, met name het AMVC in de Minderbroedersstraat. - GvA, 15-05-2002.