Gepubliceerd op 14-03-2021

Zoeloeland

betekenis & definitie

provincie der britsche kolonie Natal, 27.970 km.2 groot en in 1895: 166.367 inw., w.o. 1200 Europeanen. Het land ligt aan de zuidoostkust van Afrika, tusschen Natal, het voormalige transvaalsche district Vrijheid en Portugeesch-Oost-Afrika.

Z. bestaat uit een smalle strook kustland en verder uit bergland; het is waterrijk en bevat uitgestrekte wouden. Voorn, rivieren: Tugela, Umlatusi, Mkusi en Umvolosi. De grond is vruchtbaar, het klimaat zeer gezond, behalve aan de kust. De inboorlingen verbouwen rijst en allerlei andere landbouwproducten en hebben groote kudden vee. Leeuwen, olifanten, buffels, rivierpaarden en rhinocerossen komen weinig meer voor, luipaarden en hyena’s daarentegen tamelijk veel en in de lagunen wemelt het van krokodillen. Het kustland is zeer geschikt voor koffie-, thee-, katoen- en suikercultuur.

De inheemsche bevolking bestaat uitsluitend uit Zoeloekaffers. Deze, de machtigste stam der Kaffers, breidden sedert het begin der 19e eeuw hun gebied uit tot aan de Delagoabaai en vormden tot in de zeventiger jaren een zelfstandig koninkrijk (koningen: T'sjaka, tot 1828, Dingaan, 1828—30, Pandoe, 1839—72, en Ketswayo, zie ald.), dat in den loop van het laatste kwartgedeelte der 19de eeuw gaandeweg door de Boeren (die er o.a. de Nieuwe Republiek met de hoofdstad Vrijheid stichtten) en de Engelschen geannexeerd werd. 30 Dec. 1897 werd Z. als provincie bij de kolonie Natal gevoegd. Literatuur: Colenso, The ruin of Zululand (Londen 1885), Tyler, Forty years in Zululand (Boston 1891), Roberts, Zululand manual and vademecum (Londen 1900).

< >