Gepubliceerd op 14-03-2021

Voorn

betekenis & definitie

Leuciscus rutilus, een visch van de fam. der Karperachtigen (zie ald.); tot 50 centim. lang, geen voeldraden aan den mond en geen doornen aan de vinnen, meer langwerpig van gedaante dan andere karperachtigen, zilverglanzig, zijdestreep weinig gebogen, mondopening horizontaal, vleesch zeer gratig; in Midden-Europa en Noord-Azië. De ruischvoorn, Scardinius crythrophthalmus, heeft een loodrechte mondopening, terwijl de zijdestreep sterk benedenwaarts gebogen is.