Nervina, artsenijen welke in bepaalde omstandigheden op de zenuwen genezend kunnen inwerken. Men onderscheidt:
1) Prikkelende middelen (Excitantia Stimulantia), als b.v. alcohol en alcoholische dranken, koffie, thee, ether, kamfer, muskus;
2) Kalmeerende middelen (Ssdativa, Tejnperantia), als de opiaten (morphine), de broomzouten, valeriaan, castoreum, asa, foetida;
3) Veranderende middelen (Alterantia), welke op nog onbekende wijze den toestand van het zenuwstelsel doen omslaan, en zoowel ter opwekking als tot kalmeering kunnen dienen; hiertoe behooren arsenicum, chinine, staal, zink enz. Intusschen hangt de uitwerking van vele der bovengenoemde middelen af van de dosis, welke toegediend wordt; een kleine dosis morphine werkt prikkelend, een grootere slaapwekkend. Boven aangegeven Massificatie is daarom zeer betrekkelijk en niet streng vol te houden.