Gepubliceerd op 23-02-2021

Kamfer

betekenis & definitie

Camphora, een zeer vluchtige, brandbare, witte stof, een soort etherische olie in vasten toestand; zij wordt verkregen uit het hout en de bladen van den kamferboom (Ginnamomum camphora, ook Camphora officinarum en Laurus camphora geheeten), een in China en Japan inheemsche en naar verschillende warme streken overgebrachte en daar gekweekte lauracee. De K. is het eerst door de Arabieren in Europa gebracht; aan de Romeinen en Grieken was zij niet bekend.

Het hout en de bladen van genoemden boom worden aan een droge destillatie onderworpen, waardoor dan een z.g. ruwe K. wordt gewonnen, die daarna geraffineerd, en in koeken of brooden, die de gedaante van het vat bezitten, in den handel gebracht wordt. De K. van Dryobalanops camphora C o 1 e b., die op Borneo wast, wordt wegens den hoogen prijs niet naar Europa uitgevoerd. Behalve in den K.-boom wordt deze stof ook in de eth. olie der lavendel, van het wormkruid, valeriaan, wilde wormkruid en andere aangetroffen. Door werking van chloorwaterstofzuur op terpentijnolie verkrijgt men een kunst-K. De hoofdmarkten voor den handel in K. zijn Londen en Hamburg. K. wordt in de geneeskunde in den vorm van kamferspiritus, kamferolie, kamferwijn enz. uitwendig aangewend tegen rheumatiek en jicht, inwendig (in poeders en mengsels) als een krampstillend en tegelijk opwekkend middel. In de techniek wordt zij gebruikt bij de fabrikage van celluloid, ontplofbare stoffen enz.

< >