aether, in de scheikunde een algemeene naam voor organische verbindingen, die als anhydriden der alcoholen zijn te beschouwen ; de gewone ether, aethylether, zwavelether, C4 Hjo = (C2 H5)2 O, ontstaat wanneer men geconcentreerd zwavelzuur bij een temperatuur van 140° C. op sterken aethyl-alcohol laat inwerken, en is een kleurlooze, neutraal reageerende uiterst vluchtige vloeistof van een eigenaardigen, verfrisschenden geur; zijn dampen brengen bij inademing bewusteloosheid teweeg; behalve de gewone ether zijn ook Aether aceticus, azijnether, A. bromis, aethylbromide, en A. pro narcosi, narcose-ether, officineel, voornamelijk als krachtige verdoovingsmiddelen.
In de natuurkunde is E. een door de nieuwere physiologen algemeen aangenomen zeer ijle en uiterst veerkrachtige stof', die niet slechts in het gansche heelal verbreid is, maar ook de tusschenruimten vult, door welke de kleinste deeltjes der lichamen van elkander gescheiden zijn; deze ether is het middel waardoor de Hcht- en warmtestralen, alsmede de electrische en magnetische toestanden zich voortplanten.