Gepubliceerd op 23-02-2021

Morphine

betekenis & definitie

morphium, C17 Hi 9 N0;3 Ho O, een alkaloïde van de opium en een der belangrijkste plantenbases; zij komt uitsluitend voor in het melksap van de slaapbol, Papaver somniferum, dat als het gedroogd is opium (zie ald.) heet. Om uit opium M. te bereiden wordt fijn gesneden opium herhaalde malen met water of verdunden alcohol uitgetrokken en het meconiumzuur door calciumehloride uit de oplossing gepraeeipiteerd; bij indamping zetten zich uit de afgefiltreerde vloeistof kristallen af van morphiniumchloride (morphinehydrochloraat), die men door ammoniak ontleedt.

M. kristalliseert in kleine, rhombische kleurlooze prisma’s, en smaakt sterk bitter; in alcohol is zij gemakkelijk oplosbaar, in aether niet; 1 deel morphine lost op in 1009 deelen koud en in 400 d. kokend water. M. is een narcot. vergif, dat in kleine hoeveelheden voor een oogenblik opwekt, doch daarna verdooving en slaapzucht teweeg brengt. Een grootere dosis (bij volwassenen onder omstandigheden reeds 0.1 tot 0.2 gram) veroorzaakt verlamming van het centraal-zenuwstelsel en zoodoende den dood. In de geneeskunde wordt zij gebruikt als kramp- en pijnstillend middel bij stuiptrekkingen, zenuwpijnen, delirium enz. Als tegengift bij vergiftiging met M. kunnen dienen: sterke koffie, tannine, looizuur houdende vloeistoffen, atropine en caffeïne; daarnevens kunnen braakwekkende middelen of uitpompen van de maag, kunstmatige ademhalingsbewegingen en koude begietingen goede diensten bewijzen. Bij kramp en neuralgiën wordt de M. dikwijls toegediend langs den weg der onderhuidsche inspuiting. Deze inspuitingen, die een voorbijgaande opgewektheid teweegbrengen, worden ook wel louter daarom gedaan en worden dan weldra tot een hartstocht (morphinezucht, morphinisme, chronische morphinevergiftiging), die bijna onmiddellijk vermagering, slapheid en krachteloosheid veroorzaakt en het organisme in korten tijd verwoest en te gronde richt.

< >