Het gebruik, dat eene weduw zich met het lijk van haar man laat verbranden, heeft in Voor-Indië stand gehouden tot in het begin der 19de eeuw, toen het door de Engelsche regeering verboden werd; is in Nederl.-Indië nog in zwang op Bali, waar het mesatia wordt genoemd; het is daar een overblijfsel van het indisch gebruik, hetwelk met het Hindoeïsme werd ingevoerd; de opoffering is vrijwillig. In Oct. 1903 had bij de verbranding van het lijk van den radja van het rijk Tabanan W. plaats.
Door liet Indisch gouvernement is toen van den bestuurder van dat rijk een contract afgedwongen, waarbij de W. voor goed is afgeschaft.