geb. 1856 te Winschoten, was aanvankelijk werkzaam bij het lager onderwijs, studeerde later aan de universiteit te Amsterdam, promoveerde in de rechten, vestigde zich als advocaat ald. en trok vooral de aandacht door zijn optreden voor de rechten van de minder bedeelden. Na eenige jaren van zeer drukke, doch weinig winstgevende practijk vestigde P. zich in 1901 als literator te Berlijn.
Tot P.’s bekendste werken behooren: Jeanne Collette (2de dr. 1898), Vincent Haman (1898), Het dogma der drankwet (1900), Koningsrecht (drama, 4 bedr., 1901).