Gepubliceerd op 14-03-2021

Vuurtoren

betekenis & definitie

een aan gevaarlijke punten van de kust opgericht torenachtig gebouw, bestemd om licht uit te stralen en daardoor bij nacht en op donkere dagen de schepen op zee voor gevaar te beveiligen en als wegwijzer te dienen. Vroeger gebruikte men ter verlichting hout, later kolen, allerlei oliën, Drummcnd's kalklicht, en magnesium; tegenwoordig gebruikt men petroleum, gas of electrisch licht.

Ter onderscheiding heeft men op de eene plaats vuurtorens met vast (gelijkmatig), elders met draailicht, of met flikkerend, rood, geel, groen of blauw licht. De lampen der vuurtorens hebben Argandtranders en 1—6 pitten, van welke de buitenste 72—112 millim. heeft, Om het van de lampen naar alle kanten uitstralende licht te concentreeren, maakt men gebruik van spiegels (catoptrisch of engelsch systeem) of van lenzen (dioptrisch of fransch systeem). Het spiegel- of catoptrisch systeem bezigt parabolische holle spiegels, in wier brandpunt de vlam zich bevindt; de lichtstralen worden dan evenwijdig met de as der spiegels gereflecteerd. Bij het dioptrisrii of lenzenstelsel wordt het van de lamp uitgaande licht gebroken dflor bijzondere lenzen, uitgevonden door Brewster en Fresnel, die bevonden dat men van de glasmassa van lenzen zonder schade voor hun lichtbrekende kracht zeer veel kan wegsnijden, zoo slechts het oppervlak onbeschadigd blijft. Zij construeerden de nog thans veel gebruikte ringvormige of veelzonige lenzen (gordel- of zonenlenzen), welke uit een kleine middellens bestaan, welke omgeven is door meerdere ringen of zones. Volgens dit beginsel kan men willekeurig groote lenzen bouwen, zonder dat het glas buitensporig dik behoeft te zijn (waar allerlei bezwaren aan zijn verbonden), en buitendien de lenzen vierkant maken, waardoor niets van het licht verloren gaat.

Het systeem-Fresnel hebben o. a. de vuurtoren van Cordouan aan den mond van de Garonne (Gironde) en die van New Skerryvore aan de westkust van Schotland. Onderstaande figuur toont dit toestel. Gordellenzen L L vormen een rondte van 2 meter middellijn; in het middelpunt van die rondte (derhalve in het brandpunt aller lenzen) staat de lamp F, zoodat naar 8 kanten heen intensieve horizontale lichtstralen R worden uitgezonden. Door de machinerie in den voet van het toestel wordt dit laatste in weinig tijds eenmaal rondgedraaid, zoodat telkens een helle lichtstraal, die allengs in intensiteit toeneemt en dan weer afneemt, voor de schepen op zee zichtbaar wordt. Boven de lamp is een klein lenzenapparaat met acht lenzen L' L' aangebracht, welke ten opzichte van de vlam een helling hebben van 50°; boven dat lenzenapparaat zijn acht vlakke spiegels M M zoo opgesteld, dat zij de lichtstralen, welke ze opvangen van L' L', in horizontale richting (R' R') terugwerpen. De kring van prisma’s Z Z aan het onderste gedeelte van het toestel vangt de nederwaarts vallende lichtstralen der lamp op en zendt ze weer uit in de horizontale richting R" R". Het geheele toestel werkt zoo, dat men op een afstand een staand licht ziet, hetwelk afkomstig is van het onderste gedeelte, terwijl het bovenste gedeelte telkens een zwakken straal uitzendt, kort waarna men weer een helderen straal ziet (die 30 eng. mijl, a 1852 M. zichtbaar is), zoodat telkens een zwakke en een heldere straal elkander volgen.

< >