een landstreek, vroegere provincie van Zweden, groot 12.820 km.2, met 250.000 inw. De bodem is vruchtbaar, levert granen, peulvruchten, hop en veel ijzer; vee, visch.
Het is weinig boschrijk, wordt doorsneden door verschillende rivieren, waarvan de Dalelf met haar prachtige watervallen de voornaamste is. De kusten worden door de z.g. scheren tegen het woeden der zee en de aanvallen van vijanden beschermd. Bijna overal vindt men overblijfselen uit vroegere tijden, zooals grafheuvels, runische halve zuilen, enz.