Gepubliceerd op 23-02-2021

Thomas moore

betekenis & definitie

engelsch dichter, geb. 28 Mei 1779 te Dublin, zoon van een kath. koopman, studeerde te Dublin en te Londen in de rechten; hij gaf 1890 een vertaling van Anacreon uit en 1891, onder den naam Thomas Little, een bundel minnedichten. 1893 werd hij secretaris bij het admiraliteitsgerecht op het eiland Bermuda, doch gaf zijn betrekking aan een plaatsvervanger, terwijl hij zelf langs een omweg door de Vereenigde Staten naar huis terugkeerde. Hij schreef verschillende vlugschriften in verzen en in proza, waarin hij de tory-partij en zelfs den prins-regent aanviel, en waarop later The Fudge famihj in Paris (1818) en F abt es for ttm tioly Alliance (1828) volgden.

Blijvende waarde hebben zijn Irish melodies, waarvan de eerste in 1813 verschenen; daarbij sluiten zich aan: National melodies (1815) en Sacred songs. Zijn grootste werk, het oostersch gedicht Lalla Rookh verscheen 1817. M. reisde vervolgens door Frankrijk en Italië en zag zich genoodzaakt, langen tijd te Parijs te blijven daar in Engeland een bevel tot zijn gevangenneming was uitgevaardigd, omdat zijn plaatsvervanger te Bermuda gelden verduisterd had. M. dekte inmiddels het ontbrekend bedrag met de opbrengst zijner werken, keerde 1823 weer naar-Engeland terug en vestigde zich in het landhuis Sloperton-Cottage bij Devizes in Wiltshire. Aan dichtwerken verschenen nog The loves of the angels (1823) en de roman The Epicurean (1827). Sedert legde hij zich meer op de studie der vaderlandsche geschiedenis toe.

Reeds 1824 had hij in zijn Memoirs of Captain Rock een beeld van den toestand van Ierland gegeven; verder publiceerde hij: Life of Lord Edward Fitzgerald (2 dln., Londen 1831), Travels of an Irish gentleman in search of religion (2 dln., ald. 1833), History of Ireland (in Lardner’s Cyclopaedia, 1835). In 1821 gaf hij de werken van Sheridan uit en schreef 1825 diens biographie; in 1830 de Letters and journals of lord Byron; with notices on his life. Hij overl. 26 Febr. 1852 op Sloperton-Cottage. Zijn nagelaten geschriften werden door lord John Russell uitgegeven (8 dln., Londen 1853—56); zijn complete werken (10 dln.) verschenen te Londen 1840—43.

< >