nederl. ontleedkundige, geb. 15 Nov. 1837 te Dirksland, stud. van 1856 af te Leiden, werd 1861 assistent van prof. Thomas, werd 1862 op het proefschrift: Beschrijving van twee vrouwenhekkens uit den öost-lncUschen Archipel, tot doctor in de geneeskunde bevorderd, weinige maanden later ook tot doctor in de verloskunde en de heelkunde en volgde daarna nog te Berlijn eenigen tijd de lessen van Virchow, von Graefe enz., te Weenen van Hyrtl en von Brücke.
In 1866 werd hij in de plaats van zijn overleden leermeester Halbertsma, hoogl. in de ontleedkunde en de physiologie, welke betrekking hij aanvaardde met een rede over: Het gewicht eener doelmatige ontleedkundige techniek. In 1870 werd hij bevorderd tot gewoon hoogl. en huwde hetzelfde jaar met de jongste dochter van den Groninger theoloog J. H. Scholten. In 1883 zag hij zich belast met ’t onderzoek der lijken van eenige met arsenicum vergiftigde personen; de resultaten hiervan legde hij neer in de beroemd geworden gereehtelijk-geneeskundige studie: I)e toestand der 1 ijken na arsenicumvergiftiging (1885, in meerdere talen overgebracht), een medico-forensiseh standaardwerk, waarin de schrijver tot eenige met de toenmaals gangbare opvatting volkomen strijdige, maar later wetenschappelijk ten volle bevestigde conclusies komt, o.a. tot deze, dat er geen zg. arsenicum-mummificatie bestaat, en dat de mummificatie der lijken uit een gerechtelijk-toxicologisch oogpunt zonder eenige waarde is. In 1900 werd Z. ook belast met het onderwijs in de gerechtelijke geneeskunde.
Van 1881 af was hij ook lid van den gemeenteraad van Leiden. Hij overl. 22 Dec. 1902. Zijn schriftelijke arbeid (meest verhandelingen over ontleed- en verloskundige onderwerpen, alsmede eenige levensschetsen: Dr. J. A. Boogaard, D.
E. Siegenbeek van Heukelom) is verspreid in binnen- en buitenlandsche vaktijdschriften, inz. in het ,,Nederl. Tijdschrift v. Geneeskunde'’, „Natuurk. Verhandelingen”, ,,Archives Néerlandaises”. Vgl.
Dr. C. E. Daniels, Levensljcricht van T. Zaaijer (in de Levensberichten van de Mij. der Nederl. Letterk. te Leiden, 1903).
