Gepubliceerd op 19-01-2021

Archipel

betekenis & definitie

Eilandzee; in het algemeen: een gedeelte der zee dat rijk is aan eilanden. Deze benaming ontstond ten tijde dat de Venetianen de beheerschers der zee waren, en wordt algemeen voor eene verbastering van Aegaeum Pelagus (Aegaeïsche zee) in Aegaeopelago, Agiopelago, Agopelago en Arcipelago gehouden; hoewel oorspronkelijk slechts hieronder het eilandstelsel tusschen Griekenland en Klein-Azië werd verstaan, werd de benaming allengs op meerdere saamhangende eilandgroepen toegepast; men spreekt van den Griekschen, Maleischen, Polynesischen, Hawaï-, en Mendanas-Archipel enz.

Men onderscheidt continentale en oceanische archipels.De Grieksche Archipel, of de Archipel, is een continentale, en omvat een groot aantal kleinere en grootere eilanden. Binnen de reeks die als grens kan worden beschouwd, nl. Cerigo of Kythera, Cerigotta of Antikythera, Creta of Kandia, Karpathos, Kasos en Bhodos, legeren zich in de navolgende natuurlijke groepen: de Cydaden (kringsgewijs liggenden), de Sporaden (verspreid liggenden), de Noordelijke Sporaden, de Thracische eilanden. Al deze eilanden (behalve enkele vulkanische vormingen) komen in hun geologischen bouw geheel met het grieksche en klein-aziatische vasteland overeen, en zijn als de brokstukken van een samenhangende landmassa, die nog in de jongere tertiaire periode Klein-Azië met Griekenland verbond, en sedert voor de werking van de Middell. Zee bezweken is, te beschouwen, gelijk door den aard der meervormingen en door de gevonden overblijfselen van groote zoogdieren wordt aangetoond. De algemeene geschiedenis van de bewoners dezer eilanden is nauw verbonden met die van Griekenland en KleinAzië.

Van 475 tot 405 (zie Aegospotami), het tijdperk waarin Athene zich als beheerscher der zee handhaafde, waren deze eilanden aan Athene onderworpen, later aan Sparta, weer aan Athene (376 v. Chr.), aan Macedonië (338 y. Chr.), en ten slotte met geheel Griekenland aan de Romeinen. Na de instorting van het romeinsche wereldrijk verbleef de Archipel aan Byzantium, tot aan den Latijnschen kruistocht (van 395 n. Chr. tot 1204); de Venetiaan , Marco Sanudo veroverde in 1207 de eilanden Naxos, Paros,. Antiparos, Thera of Santorin, Anaphi, Melos of Milo, Syphnos en anderen, en nam in 1210 den titel van hertog van den Archipel of van Dodekannesos aan; zijne nakomelingen heerschten als hertogen van Naxos tot 1383 over de meeste der genoemde eilanden; in 1383 bracht een opstand de heerschappij aan het huis Crispo, dat zich handhaafde tot 1566, in welk jaar sultan Selim II den laatsten hertog Jacopo IV Crispo, gevangen zette en zijn gebied den joodschen bankier Juan Miquez in leen gaf, die alsnu onder den naam don Joseph Nasi hertog van Naxos en van de Cycladen werd; toen Miquez 2 Aug. 1579 stierf, werden de eilanden van den Archipel onder vrij gunstige voorwaarden bij het Ottomanische rijk ingelijfd, waarvan zij deel uitmaakten tot het ontstaan van het koninkrijk Griekenland, waaraan de Cycladen, de noordelijke Sporaden en Skyros werden afgestaan. De Sporaden en de Thracische eilanden bleven en behooren nog aan Turkije.