Gepubliceerd op 14-03-2021

Stotteren

betekenis & definitie

is geen gebrek in de uitspraak maar een krampachtige stoornis in het vlotuitbrengen van de woorden, tengevolge van plotseling intredende onwillekeurige spiersamentrekkingen in het gebied der spraakmusculatuur; bij de pogingen om de macht over de spraak te herkrijgen worden dan letters en lettergrepen hortend en stootend en onder allerlei ongewone bewegingen herhaald, totdat de belemmerende spiercontracties ophouden. De medische wetenschap merkt het stotteren aan als een spastische coördinatieneurose (Kussmaul).

Oorzaken: overerving, verkeerd voorbeeld in de kindsheid, verwaarloosde opvoeding op het punt der spraak, sommige kinderziekten. In den loop des tijds zijn verschillende methoden ter genezing van het stotteren opgekomen; de zuiverste wetenschappelijke is die van Gutzmann, die behalve op een rijke ervaring en langdurige waarneming van den ontwerper zelf, geheel op grondig wetenschappelijke onderzoekingen, inz. van Johannes Müller, Kussmaul, Du Bois-Reymond, steunt; zij is gebouwd op streng physiologische grondslagen en slechts in zooverre een suggestie-therapie, dat begonnen wordt met den lijder de overtuiging in te prenten en door proeven de zekerheid te geven, dat hij de voor het normale spreken noodige spierbewegingen in zijn macht heeft en dus uitvoeren kan. Litteratuur: Chervin, Statistique du begaiement en France (1878), Julius Wolff, lieber die Behandlung der Gaumenspalter (in Langenbeek’s ,,Archiv für klinische Chirurgie”, dl. 33, heft 1), Schiltsky, Heber weiche Obturatoren und ihre Beziehung zur Chirurgie und Physiologie (Berl. 1881), Du Bois-Reymond, lieber die Hebung (1881), Coën, Pathologie und Therapie der Sprachanomalien (1886), A. Gutzmann, Die Gesundheitspflege der Sprache (1895), H. Gutzmann, Heber die Sprache und ihre Heilung (1893), dezelfde, Die sociale Bedeutung der Sprachstörungen (1904), ’t „Mediz.pädagogische Monatschrift für die gesamte Sprachheilkunde”, uitgeg. door A. en H. Gutzmann, Berlijn.

< >