Gepubliceerd op 14-03-2021

Stookinrichting

betekenis & definitie

Onder stookinrichting verstaat men in ’t algemeen een toestel, waarin warmte ontwikkeld wordt door verbranding. De stookinrichtingen dienen voor vaste, gasvormige en vloeibare brandstoffen.

Bij de verbranding van bijha alle vaste en vloeibare brandstoffen worden deze door de hooge temperatuur in de vuurruimte geheel of gedeeltelijk in gasvormigen toestand gebracht, en met de in de lucht aanwezige zuurstof verbrand.Men onderscheidt verder nog directe stookinrichting of gewoon vuur, waar de vuurruimte tegelijk dienst doet voor het in gasvorm overgaan en de verbranding van de vaste brandstof en indirecte stookinrichting, gas- of generatorvuur en halfgasvuur. Bij het gasof generatorvuur gaat de vaste brandstof in den generator (gasvoortbrenger) in gasvorm over bij onvolkomen verbranding met weinig luchttoevoer en het verkregen gas wordt daarna op de eene of andere wijze naar de eigenlijke verbrandingsruimte gevoerd, om daar met de juist voldoende hoeveelheid lucht volkomen te verbranden.

Bij halfgasovens geschiedt het in gasvorm overgaan en de verbranding in dezelfde vuurruimte, meer of minder van elkander gescheiden. Het voordeel van halfgas en gasstookinrichting boven gewoon vuur ligt in een minder brandstofverbruik wegens volkomen rookvrije of rookzwakke verbranding en verbruik van minderwaardige brandstof. Worden bij een gewoon vuur versche kolen op de gloeiende massa geworpen, dan ontwikkelt zich een zwarte rook, doordat de koude kolen niet dadelijk de ontstekingstemperatuur aan de gassen mededeelen, waardoor uiterst fijne, onverbrande kooldeeltjes (roet) met de gassen medegaan en deze zwart kleuren.

Met mechanische stookinrichtingen verkrijgt men meest rookzwakke vuren. Hiertoe behooren: het kettingrooster, waarbij de kolen uit een bak op de bewegende roosterstaven vallen, welke tot een breeden Letting zonder einde zijn samengesteld; deze ketting is om twee trommels geslagen, welke den ketting langzaam vooruit bewegen.

De traprooster met bewegende roosterstaven, welker roosterijzers een langzaam schommelende beweging krijgen, waardoor de kolen steeds omlaag schuiven.

De stookinrichting, waarbij de kolen uit een bak, door een horizontale transportschroef, langzamerhand omhoog in het vuur worden gedreven.

De Leact stookinrichting, waarbij een gewone rooster is en de kolen uit een bak of trechter boven de stookdeur door een sneldraaiende vin met twee bladen, over het geheele rooster worden verspreid. En ten slotte de rooster van de Sparfeuerungsgesellschaft, waarbij de kolen uit een trechter langzaam worden aangevoerd op een vlakken rooster, die een voor- en achterwaartsche beweging heeft, waardoor de kolen steeds langzaam naar achteren schuiven en vandaar als slakken afvallen.

Vooral in Amerika zijn de mechanische stookinrichtingen zeer algemeen.

< >