Gasterosleus, geslacht van Schildwangige visschen (zie Catophracti), omvat eenige der kleinste visschen; het lichaam is bij de meesten aan de zijde bekleed met beenige schilden, overigens naakt; een ware stekelvin ontbreekt, in de plaats daarvan staan eenige vrije stekels; de buikvinnen hebben één of twee sterke stekels, die bewegelijk verbonden zijn aan een soort buikschild. Twee soorten in Nederland: Gast. pungitius, tot 5 centim. lang, geen zijdeschilden, op den rug 8— 10 stekels, en Gast. aculeatus, 3 stekels op den rug; van beide komen vele verscheidenheden en rassen voor.
De S. zijn merkwaardig, wijl zij het onder de visschen zeldzame voorbeeld opleveren van, een regelmatigen nestbouw. Laatstgenoemde der bovenbedoelde soorten bezigt daarvoor stevige plantenvezels.