Gepubliceerd op 18-03-2021

Sarcophaag

betekenis & definitie

(lat.-gr., van sarx: vleesch, en phagein: eten; letterlijk: vleeschverteerder) oorspronkelijk de naam van een kalksteensoort, welke nabij de stad Assus in Mysië werd gevonden, gemakkelijk kon worden gespleten, en de vleezige deelen van lichamen, welke in daarvan vervaardigde doodkisten werden gelegd, in 40 dagen deed vergaan; de naam ging over op een uit zulke steensoort vervaardigde doodkist, en beteekent thans in het algemeen: steenen doodkist. Zulke steenen doodkisten werden reeds in de oudheid in Egypte gebruikt, vervolgens bij de kleinaziatische volken, bij de Etruscers en ook bij de oude Grieken.

Zulk een S. werd gewoonlijk versierd met schilder- of beeldhouwwerk. Ook bij de Romeinen komen reeds in de republiek en het begin v. d. keizertijd sarcophagen voor, doch vooral sedert de 2de eeuw na Chr. neemt hun aantal toe; het daarvoor gebezigde materiaal is meestal marmer. Ook in de middeleeuwsche en de nieuwe kunst is de sarcophaagvorm dikwijls gebezigd.

< >