lat., vrijstaat, gemeenebest, eng. commonwealth, staatsvorm gegrond op volkssonvereiniteit; in het algemeen naam voor eiken istaat, aan welks hoofd1 geen monarch staat, maar een gekozen lasthebber van het geheele volk (democratische R.) of van de aristocratische standen (aristocratische R.). Omtrent de republieken in het onde Griekenland, zie ald.
In de middeleeuwen bestonden verscheidene aristocr. republieken (Venetië, Genua, de Nederlanden, Polen). De nieuwere republieken zijn meer tusschenvormen, tusschen aristocr. en democr. republieken (Engeland onder Cromwell, de Ver. Staten van Amerika, Zwitserland, Frankrijk, de vrije steden in Duitschland) en verschillen van een zuivere monarchie voornamelijk in organisatie der regeering. <