profeet en richter van Israël, was de zoon van Elkana en Hanna, werd grootgebracht in het heiligdom te Silo en na den dood van den hoogepriester Eli door het volk als richter erkend. Toen hij oud was geworden, verzocht het volk hem, dat hij een koning zou aanstellen, waarop Saul door hem tot koning werd gezalfd.
Aan S. worden toegeschreven het Boek der Richteren, dat van Ruth en hoofdst. 1—24 van het 1ste Boek van Samuel.