Gepubliceerd op 18-03-2021

Rutger schutte

betekenis & definitie

nederl. godgeleerde, geb. 1708 te Diepenheim in Overijsel, was predikant te Rossem, Zaltbommel, Dordrecht en Amsterdam, waar hij in 1784 overleed; grondig bijbeluitlegger en geleerd beoefenaar van de bijbelsche geschied- en tijdrekenkunde; Heilige Jaarboeken (2de dr., 3 dln., Amst. 1795), een bundel Stichtelijke gezangen (Amst. en meerm.); A. van den Berg gaf zijn Nagelatene gedichten uit (Amst. 1788). S. was een ijverig lid der commissie tot de Psalmberijming in 1773; de Ev.

Gez. 120 en 169 zijn van zijn hand.

< >