Randsjit-Sing, beheerscher der Sikhs in Punjab, 1780 geb., volgde 1792 zijn vader op als districtshoofd, vergiftigde 1797 zijn moeder, om onafhankelijk te kunnen regeeren en deed van toen af alles om zijn macht uit te breiden. Reeds in 1819 waren al de districten van Punjab hem onderworpen, waarop hij den titel van maharadscha (d.
L grootkoning) aannam. Door het inrichten van zijn leger geheel op europ. voet was het hem mogelijk zich als alleenheerscher staande te houden. In 1829 ontnam hij den Afghanen de provincie Peschawer. In 1838 trad hij met de Engelschen tot het sluiten van een verbond in onderhandeling, doch stierf reeds in 1839.