nederl. natuurkundige, geb. 1858 te Delfzijl, sinds 1897 hoogl. in de experimenteele natuurkunde te Amsterdam; deed onderzoekingen over de elliptische polarisatie van teruggekaatst licht (1885) en over den invloed der magnetisatie op de terugkaatsing van het licht door magneten (1890). S. schreef: Verhandeling over de beeldvorming door centrale stralen (1900), Over de terugkaatsing door ondoorschijnende lichamen (1905) en „Licht” in Bosscha’s Leerboek der Natuurkunde (jongste dr.
Ie stuk 1902).