Gepubliceerd op 20-01-2021

Delfzijl

betekenis & definitie

Gemeente in Gron. (arrond. Groningen, kanton Appingedam), in het oosten bepaald door de Eems, overigens omgeven door de gemeenten Bierum, Appingedam, Slochteren en Termunten, beslaat ruim 4670 bunder; het land bestaat over het algemeen uit vruchtbaren kleigrond, alleen in het uiterst zuiden, bij het Proostmeer, ligt eenig laag veen; de gemeente bevat ook een drietal plassen: het Proostmeer, het Meethuizermeer en het Kleine meer; zij bevat het vestingstadje Delfzijl, de dorpen Farmsum, Weiwerd, Uitwierda, Heveskes, Oterdum en Meethuizen, en de gehuchten Amsweer, Zomerdijk, Hevcskesklooster, Geefsweer, de War ven, Tuikwert, Nieuwenhuis, Schaapbulten, Overtocht, Ideweer en Opmeeden, tezamen in 1899 met 7395 inw.; personeele belasting: stad Delfzijl en dorp Farmsum 7de klasse, overig deel 8ste klasse, kiesdistrict Appingedam.

Het sterkbevestigde stadje D., de hoofdplaats der gemeente, ontleent zijn oorsprong aan de waterwerken, waardoor het water uit de Fivelgo geheeten landstreek naar de Eems wordt afgevoerd; genoemde werken bestaan uit 3 sluizen: Dorpsterzijl, Scharmsterzijl en Slochterzijl; eerstgenoemde bestond waarschijnlijk reeds in 1272,ter wijl de beide anderen ouder zijn; gedurende de Saksische onlusten in de 15de eeuw werd bij deze sluizen een sterkte aangelegd, die door Alba in een meer uitgebreide vesting werd herschapen, waaraan hij den naam gaf van Marsburg, een naam die met de Spaansche heerschappij verdween. D. is thans een havenstadje aan de monding van de Eems in de Noordzee, 27 km. n.o. van Groningen en ligt aan de haven Groningen— Sauwerd—Delfzijl; de haven is ruim en toegankelijk voor zeeschepen; hoofdmiddel van bestaan is scheepvaart; het stadje telt ongeveer 3000 inw., er zijn consulaire ambtenaren van Denemarken en Noorwegen, het Duitsche rijk, Rusland en Zweden en Noorwegen gevestigd. In de 16'1|; eeuw was D. reeds een belangrijk plaatsje; in 1501 werd het door de Groningers overrompeld, in 1514 tweemalen door de Saksers ingenomen, in 1516 door graaf Edzard van Oost-Friesland veroverd, in 1577 door de Ommelanders bezet, in Juni en Juli 1580 door de Spanjaarden belegerd, in 1519 door prins Maurits vermeesterd; 12 Fehr. 1594 deed Verdugo, een aanslag op het stadje, die evenals die van de Munsterschen in 1672 mislukte; 23 Mei 1814 werd het door de fransehen bezet.

< >