Loopwantsen, Roofwantsen, familie van Halfvleugelige insecten, van de groep der Landwantsen; de R. hebben een langwerpigen, vrij naar buiten tredenden kop; de zuigsnuit is vrij, priemvormig, de sprieten zijn dun en draadvormig; enkelvoudige oogjes zijn steeds aanwezig; de pooten zijn zeer lang, terwijl het voorste paar daarvan veelal roofpooten zijn. In de tropische gewesten komen eenige zeer groote soorten voor.
De meeste R. voeden zich met het bloed van andere insecten, die zij met hun voorpooten grijpen en dan uitzuigen; sommige grootere soorten zuigen ook het bloed van zoogdieren en menschen. De hier te lande voorkomende soorten behooren tot de geslachten Reduvius, Nabis, Harpactor, Ploiaria, Limnobates. Een in huizen niet zeldzaam voorkomende soort is Redueins persomitus (zie plaat Insecten II, fig. 1), waarvan men zegt, dat zij< de weegluizen vervolgt.
